Niederländisch
Detailübersetzungen für handelen in strijd met (Niederländisch) ins Französisch
handelen in strijd met:
handelen in strijd met Verb (handel in strijd met, handelt in strijd met, handelde in strijd met, handelden in strijd met, gehandeld in strijd met)
-
handelen in strijd met
violer; agir contre-
violer Verb (viole, violes, violons, violez, violent, violais, violait, violions, violiez, violaient, violai, violas, viola, violâmes, violâtes, violèrent, violerai, violeras, violera, violerons, violerez, violeront)
-
agir contre Verb
-
Konjugationen für handelen in strijd met:
o.t.t.
- handel in strijd met
- handelt in strijd met
- handelt in strijd met
- handelen in strijd met
- handelen in strijd met
- handelen in strijd met
o.v.t.
- handelde in strijd met
- handelde in strijd met
- handelde in strijd met
- handelden in strijd met
- handelden in strijd met
- handelden in strijd met
v.t.t.
- heb gehandeld in strijd met
- hebt gehandeld in strijd met
- heeft gehandeld in strijd met
- hebben gehandeld in strijd met
- hebben gehandeld in strijd met
- hebben gehandeld in strijd met
v.v.t.
- had gehandeld in strijd met
- had gehandeld in strijd met
- had gehandeld in strijd met
- hadden gehandeld in strijd met
- hadden gehandeld in strijd met
- hadden gehandeld in strijd met
o.t.t.t.
- zal handelen in strijd met
- zult handelen in strijd met
- zal handelen in strijd met
- zullen handelen in strijd met
- zullen handelen in strijd met
- zullen handelen in strijd met
o.v.t.t.
- zou handelen in strijd met
- zou handelen in strijd met
- zou handelen in strijd met
- zouden handelen in strijd met
- zouden handelen in strijd met
- zouden handelen in strijd met
diversen
- handel in strijd met!
- handelt in strijd met!
- gehandeld in strijd met
- handelend in strijd met
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für handelen in strijd met:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
agir contre | handelen in strijd met | optreden tegen |
violer | handelen in strijd met | aanranden; onteren; ontheiligen; ontwijden; schenden; verkrachten |