Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. concluderend:
  2. concluderen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für concluderend (Niederländisch) ins Französisch

concluderend:

concluderend Adjektiv

  1. concluderend (afsluitend)

Übersetzung Matrix für concluderend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
concluant afsluitend; concluderend afdoend; beslissend; doorslaggevend; overtuigend
en conclusion afsluitend; concluderend eindelijk; ten laatste; ten langen leste; tenslotte; tot besluit
pour conclure afsluitend; concluderend

concluderend form of concluderen:

concluderen Verb (concludeer, concludeert, concludeerde, concludeerden, geconcludeerd)

  1. concluderen (opmaken uit; een gevolgtrekking maken)
    conclure
    • conclure Verb (conclus, conclut, concluons, concluez, )
  2. concluderen (iets afleiden uit)

Konjugationen für concluderen:

o.t.t.
  1. concludeer
  2. concludeert
  3. concludeert
  4. concluderen
  5. concluderen
  6. concluderen
o.v.t.
  1. concludeerde
  2. concludeerde
  3. concludeerde
  4. concludeerden
  5. concludeerden
  6. concludeerden
v.t.t.
  1. heb geconcludeerd
  2. hebt geconcludeerd
  3. heeft geconcludeerd
  4. hebben geconcludeerd
  5. hebben geconcludeerd
  6. hebben geconcludeerd
v.v.t.
  1. had geconcludeerd
  2. had geconcludeerd
  3. had geconcludeerd
  4. hadden geconcludeerd
  5. hadden geconcludeerd
  6. hadden geconcludeerd
o.t.t.t.
  1. zal concluderen
  2. zult concluderen
  3. zal concluderen
  4. zullen concluderen
  5. zullen concluderen
  6. zullen concluderen
o.v.t.t.
  1. zou concluderen
  2. zou concluderen
  3. zou concluderen
  4. zouden concluderen
  5. zouden concluderen
  6. zouden concluderen
diversen
  1. concludeer!
  2. concludeert!
  3. geconcludeerd
  4. concluderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für concluderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
arguer concluderen; iets afleiden uit
conclure concluderen; een gevolgtrekking maken; opmaken uit afkrijgen; afleiden; afmaken; afronden; afsluiten; afwerken; beslissen; besluiten; beëindigen; completeren; deduceren; een einde maken aan; eindigen; klaarkrijgen; klaarmaken; laatste gedeelte afmaken; naar einde toewerken; ophouden; stoppen; volbrengen; volmaken; voltooien
conclure de concluderen; iets afleiden uit
déduire de concluderen; iets afleiden uit
inférer de concluderen; iets afleiden uit

Wiktionary Übersetzungen für concluderen:

concluderen
verb
  1. (overgankelijk) tot een besluit komen
concluderen
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens

Cross Translation:
FromToVia
concluderen conclure conclude — to end
concluderen déduire infer — (transitive) To conclude by reasoning or deduction, as from premises or evidence

Computerübersetzung von Drittern: