Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. onbegrensd:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für onbegrensd (Niederländisch) ins Spanisch

onbegrensd:

onbegrensd Adjektiv

  1. onbegrensd (onbeperkt)

Übersetzung Matrix für onbegrensd:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
libre onbegrensd; onbeperkt bandeloos; beschikbaar; beschikbare; disponibel; facultatief; in vrijheid; ledig; leeg; losbandig; niet verplicht; onbelemmerd; onbepaald; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongelimiteerd; vacant; vrij
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
sin limitaciones onbegrensd; onbeperkt onbepaald; ongelimiteerd
sin límites onbegrensd; onbeperkt grenzeloos; onbepaald; ongelimiteerd
sin obstáculos onbegrensd; onbeperkt onbelemmerd; onbepaald; ongelimiteerd
sin restricciones onbegrensd; onbeperkt onbepaald; ongelimiteerd
sin trabas onbegrensd; onbeperkt onbelemmerd; onbepaald; onbewimpeld; ongehinderd; ongelimiteerd; ongemoeid; ongestoord; onomwonden; onverholen; onverstoord; open; openhartig; oprecht; ronduit; vrij; vrijelijk; vrijuit

Verwandte Wörter für "onbegrensd":

  • onbegrensdheid

Wiktionary Übersetzungen für onbegrensd:


Cross Translation:
FromToVia
onbegrensd ilimitado boundless — without bounds, unbounded
onbegrensd ilimitado limitless — without limits; boundless