Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bijkomstig:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijkomstig (Niederländisch) ins Spanisch

bijkomstig:

bijkomstig Adjektiv

  1. bijkomstig (ondergeschikt; inferieur; onderhorig; onderworpen)

Übersetzung Matrix für bijkomstig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
subalterno inferieur; mindere; onderdanige; ondergeschikte
subordinado onderdanige
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dependiente gebonden
secundario onderliggend knooppunt
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dependiente bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen afhankelijk; onzelfstandig
secundario bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen secondair; secundair; voortgezet; waardeloos
subalterno bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen subaltern
subordinado bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen gedomineerd; gedwee; meegaand; onderworpen; volgzaam; waardeloos
sumiso bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen bescheiden; dienstbaar; dienstwillig; gedomineerd; geduldig; gedwee; kalm afwachtend; meegaand; nederig; niet hoogmoedig; onderdanig aan; onderworpen; tam; volgzaam; willig
supeditado bijkomstig; inferieur; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen waardeloos

Verwandte Wörter für "bijkomstig":


Wiktionary Übersetzungen für bijkomstig:

bijkomstig
adjective
  1. een andere zaak dan de hoofdzaak aanduidend

Cross Translation:
FromToVia
bijkomstig accesorio; accidental accessoire — Qui n’regarder que comme la suite, l’accompagnement ou la dépendance de quelque chose de principal.
bijkomstig accidental accidentel — Qui arrive par accident.
bijkomstig auxiliar; accesorio; accidental auxiliaire — à classer
bijkomstig secundario; segundario secondaire — Qui est accessoire, qui ne venir qu’en second.