Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- gezond:
- zonnen:
-
Wiktionary:
- gezond → sano
- gezond → sano, saludable, bien
- zonnen → tomar el sol
Niederländisch
Detailübersetzungen für gezond (Niederländisch) ins Spanisch
gezond:
-
gezond (fit; blakend; getraind)
entrenado; saludable; próspero; en forma; floreciente-
entrenado Adjektiv
-
saludable Adjektiv
-
próspero Adjektiv
-
en forma Adjektiv
-
floreciente Adjektiv
-
-
gezond (blakend van gezondheid; fit; zonder ziekte)
-
gezond (blakend; zonder ziekte)
-
gezond (gezondheidsbevorderend)
bueno para la salud; beneficioso para la salud-
bueno para la salud Adjektiv
-
beneficioso para la salud Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für gezond:
Verwandte Wörter für "gezond":
Antonyme für "gezond":
Verwandte Definitionen für "gezond":
Wiktionary Übersetzungen für gezond:
gezond
Cross Translation:
adjective
-
vrij van ziektes en zeertes
- gezond → sano
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gezond | → sano; saludable | ↔ healthful — beneficial to health |
• gezond | → sano; saludable | ↔ healthy — enjoying health and vigor of body, mind, or spirit: well |
• gezond | → sano; saludable | ↔ healthy — conducive to health |
• gezond | → bien | ↔ well — in good health |
• gezond | → sano | ↔ sain — Qui est de bonne constitution, qui n’a pas de tares en son organisme. Qui n’est pas altéré, qui est en bon état. |
zonnen:
-
zonnen
tomar el sol; tomar sol; tostarse al sol; exponerse al sol-
tomar el sol Verb
-
tomar sol Verb
-
tostarse al sol Verb
-
exponerse al sol Verb
-
Konjugationen für zonnen:
o.t.t.
- zon
- zont
- zont
- zonnen
- zonnen
- zonnen
o.v.t.
- zonde
- zonde
- zonde
- zonden
- zonden
- zonden
v.t.t.
- heb gezond
- hebt gezond
- heeft gezond
- hebben gezond
- hebben gezond
- hebben gezond
v.v.t.
- had gezond
- had gezond
- had gezond
- hadden gezond
- hadden gezond
- hadden gezond
o.t.t.t.
- zal zonnen
- zult zonnen
- zal zonnen
- zullen zonnen
- zullen zonnen
- zullen zonnen
o.v.t.t.
- zou zonnen
- zou zonnen
- zou zonnen
- zouden zonnen
- zouden zonnen
- zouden zonnen
diversen
- zon!
- zont!
- gezond
- zonnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für zonnen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
exponerse al sol | zonnen | |
tomar el sol | zonnen | |
tomar sol | zonnen | |
tostarse al sol | zonnen |
Verwandte Wörter für "zonnen":
Wiktionary Übersetzungen für zonnen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zonnen | → tomar el sol | ↔ sunbathe — to expose one's body to the sun |