Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. klevend:
  2. kleven:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für klevend (Niederländisch) ins Spanisch

klevend:

klevend Adjektiv

  1. klevend
    adhesivo

Übersetzung Matrix für klevend:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adhesivo etiket; kleefmiddel; kleefpasta; label; plakker; plakkertje; plakmiddel; sticker
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adhesivo klevend

Wiktionary Übersetzungen für klevend:


Cross Translation:
FromToVia
klevend adhesivo adhésif — Qui adhérer.

kleven:

kleven Verb (kleef, kleeft, kleefde, kleefden, gekleefd)

  1. kleven (iets vastkleven; plakken; vastlijmen)
    fijar; pegar
  2. kleven (aan elkaar kleven; plakken; vastplakken; )
    pegarse; pegar

Konjugationen für kleven:

o.t.t.
  1. kleef
  2. kleeft
  3. kleeft
  4. kleven
  5. kleven
  6. kleven
o.v.t.
  1. kleefde
  2. kleefde
  3. kleefde
  4. kleefden
  5. kleefden
  6. kleefden
v.t.t.
  1. ben gekleefd
  2. bent gekleefd
  3. is gekleefd
  4. zijn gekleefd
  5. zijn gekleefd
  6. zijn gekleefd
v.v.t.
  1. was gekleefd
  2. was gekleefd
  3. was gekleefd
  4. waren gekleefd
  5. waren gekleefd
  6. waren gekleefd
o.t.t.t.
  1. zal kleven
  2. zult kleven
  3. zal kleven
  4. zullen kleven
  5. zullen kleven
  6. zullen kleven
o.v.t.t.
  1. zou kleven
  2. zou kleven
  3. zou kleven
  4. zouden kleven
  5. zouden kleven
  6. zouden kleven
en verder
  1. heb gekleefd
  2. hebt gekleefd
  3. heeft gekleefd
  4. hebben gekleefd
  5. hebben gekleefd
  6. hebben gekleefd
diversen
  1. kleef!
  2. kleeft!
  3. gekleefd
  4. klevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

kleven [znw.] Nomen

  1. kleven (lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen)
    el el pegar; el pegarse

Übersetzung Matrix für kleven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
el pegar kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen
fijar vastzetten
pegarse kleven; lijmen; plakken; vastkleven; vastlijmen aanplakken; vastplakken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fijar iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen aan elkaar bevestigen; aanhechten; bepalen; betrappen; bevestigen; determineren; ergens aan bevestigen; fiksen; gebieden; gelasten; goedmaken; hechten; herstellen; maken; pinnen; plaats toekennen; plaatsen; rechtzetten; repareren; snappen; spelden; vastbinden; vastleggen; vastmaken; vaststellen; vastzetten; verbinden; verzekeren; voorschrijven
pegar aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; iets vastkleven; kleven; klitten; plakken; vastlijmen; vastplakken aan elkaar bevestigen; aan elkaar kleven; aan elkaar plakken; aaneen plakken; aaneenplakken; aanhechten; aankleven; aanlijmen; afbedelen; afranselen; beplakken; beroeren; bevestigen; bonken; hameren; hechten; heien; iemand raken; iemand toetakelen; iemand treffen; inplakken; kitten; klitten; lijmen; opplakken; plakken; raken; rammen; samenplakken; slaan; treffen; vasthechten; vastkleven; vastlijmen; vastmaken; vastplakken
pegarse aan elkaar hangen; aan elkaar kleven; aaneenplakken; kleven; klitten; plakken; vastplakken aan elkaar kleven; aanbakken; aaneenplakken; aanjagen; aankleven; aanlijmen; aansporen; klitten; lijmen; opjutten; plakken; porren; samenplakken; vastkleven; vastkoeken; vastlijmen; vastplakken; verneuken

Wiktionary Übersetzungen für kleven:

kleven
verb
  1. (overgankelijk) met een lijm bevestigen

Cross Translation:
FromToVia
kleven adherirse; pegarse adhere — To stick fast or cleave
kleven pegar stick — to glue; to adhere (transitive)
kleven pegarse stick — to become attached, to adhere (intransitive)
kleven chupar rueda; conducir pegado a; conducir muy cerca de otro vehículo; conducir sin distancia de seguridad tailgate — drive dangerously close behind another vehicle
kleven pegar collerjoindre et faire tenir deux choses ensemble avec de la colle.