Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. besteden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für besteden (Niederländisch) ins Spanisch

besteden:

besteden Verb (besteed, besteedt, besteedde, besteedden, besteed)

  1. besteden (doorbrengen; slijten)
  2. besteden (spenderen; uitgeven)

Konjugationen für besteden:

o.t.t.
  1. besteed
  2. besteedt
  3. besteedt
  4. besteden
  5. besteden
  6. besteden
o.v.t.
  1. besteedde
  2. besteedde
  3. besteedde
  4. besteedden
  5. besteedden
  6. besteedden
v.t.t.
  1. heb besteed
  2. hebt besteed
  3. heeft besteed
  4. hebben besteed
  5. hebben besteed
  6. hebben besteed
v.v.t.
  1. had besteed
  2. had besteed
  3. had besteed
  4. hadden besteed
  5. hadden besteed
  6. hadden besteed
o.t.t.t.
  1. zal besteden
  2. zult besteden
  3. zal besteden
  4. zullen besteden
  5. zullen besteden
  6. zullen besteden
o.v.t.t.
  1. zou besteden
  2. zou besteden
  3. zou besteden
  4. zouden besteden
  5. zouden besteden
  6. zouden besteden
diversen
  1. besteed!
  2. besteedt!
  3. besteed
  4. bestedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für besteden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
pagar boeten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
gastar en besteden; doorbrengen; slijten; spenderen; uitgeven
pagar besteden; spenderen; uitgeven afbetalen; afrekenen; bekostigen; belonen; betalen; bezoldigen; boeten; deponeren; dokken; geld overmaken; gieten; gunnen; honoreren; iets toekennen; lonen; neerleggen; onderuit halen; ophoesten; overboeken; overschrijven; overzenden; salariëren; schenken; storten; toebedelen; toekennen; toewijzen; uitbetalen; uitkeren; uitstorten; vereffenen; verrekenen; voldoen; voor de dag komen met
pasar el tiempo besteden; doorbrengen; slijten
- uitgeven

Synonyms for "besteden":


Verwandte Definitionen für "besteden":

  1. het ervoor gebruiken1
    • hoeveel tijd besteed jij aan boodschappen doen?1

Wiktionary Übersetzungen für besteden:

besteden
verb
  1. schaarse middelen een bestemming geven

Cross Translation:
FromToVia
besteden gastar; desembolsar dépenser — Employer telle ou telle somme à l’achat de telle ou telle chose.