Übersicht
Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten
- beheerst:
- beheersen:
-
Wiktionary:
- beheerst → sereno, aplomado, dueño de sí, dueño de sí mismo
- beheersen → dominar
- beheersen → controlar
Niederländisch
Detailübersetzungen für beheerst (Niederländisch) ins Spanisch
beheerst:
-
beheerst
Übersetzung Matrix für beheerst:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
controlado | beheerst | evenwichtig; in evenwicht |
equilibrado | beheerst | effen; egaal; evenwichtig; gelijk; geslepen; glad; in evenwicht; plat; sluitend; strak; van één kleur; vlak; vlakuit |
Verwandte Wörter für "beheerst":
Wiktionary Übersetzungen für beheerst:
beheerst
adjective
-
zonder uitspatten
- beheerst → sereno; aplomado; dueño de sí; dueño de sí mismo
beheersen:
-
beheersen (bedwingen; beteugelen; matigen; bedaren; intomen)
-
beheersen (beteugelen; intomen)
-
beheersen (machtiger zijn; overheersen; onderwerpen; heersen over)
-
beheersen (rustig blijven; inhouden; inslikken)
Konjugationen für beheersen:
o.t.t.
- beheers
- beheerst
- beheerst
- beheersen
- beheersen
- beheersen
o.v.t.
- beheersde
- beheersde
- beheersde
- beheersden
- beheersden
- beheersden
v.t.t.
- heb beheerst
- hebt beheerst
- heeft beheerst
- hebben beheerst
- hebben beheerst
- hebben beheerst
v.v.t.
- had beheerst
- had beheerst
- had beheerst
- hadden beheerst
- hadden beheerst
- hadden beheerst
o.t.t.t.
- zal beheersen
- zult beheersen
- zal beheersen
- zullen beheersen
- zullen beheersen
- zullen beheersen
o.v.t.t.
- zou beheersen
- zou beheersen
- zou beheersen
- zouden beheersen
- zouden beheersen
- zouden beheersen
diversen
- beheers!
- beheerst!
- beheerst
- beheersend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze