Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: nor

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: nor

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

nor:
- prisión; cárcel; penal
Wiktionary:
- nor → prisión, cárcel, celda, calabozo, ergástula, jaula

Niederländisch

Detailübersetzungen für nor (Niederländisch) ins Spanisch

nor:

nor [de ~] Nomen

de nor (strafgevangenis; gevangenis; doos; petoet; lik; strafplaats; bak; strafinrichting; spinhuis; bajes)
la prisión; la cárcel; el penal
- prisión [la ~] Nomen
- cárcel [la ~] Nomen
- penal [el ~] Nomen

Übersetzung Matrix für nor:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
cárcel	bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats	bak; huis van bewaring; kattenbak; poezenbak; strafplaats; tuchthuis
penal	bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats	huis van bewaring; strafplaats; tuchthuis
prisión	bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats	bak; boete; celstraf; detentie; gevangenhouding; gevangenisstraf; gevangenname; gevangenschap; hechtenis; huis van bewaring; inhechtenisneming; internering; inverzekeringstelling; kattenbak; opgesloten zijn; opsluiting; poezenbak; straf; strafplaats; tuchthuis; vrijheidsberoving

Verwandte Wörter für "nor":

norren, noren, nors

Wiktionary Übersetzungen für nor:

Cross Translation:

From	To	Via
• nor	→ prisión; cárcel; celda; calabozo; ergástula; jaula	↔ prison — endroit clos où enfermer les personnes condamnés à une peine de privation de liberté ou les prévenus en attente de jugement.