Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: haastig

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: haastig

Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. haastig:
  2. Wiktionary:

Niederländisch

Detailübersetzungen für haastig (Niederländisch) ins Spanisch

haastig:

haastig Adjektiv

  1. haastig (ijlings; gauw)
    a todo andar; pronto; en seguida; apresurado; a toda velocidad; rápido; rápidamente; aprisa; apresuradamente; a toda prisa; precipitadamente; a escape; de prisa y corriendo
  2. haastig (vluchtig; kortstondig; terloops)
    fugaz; pasajero; de paso
  3. haastig (gejaagd; gehaast; gestressed; jachtig)
    apresurado; con prisa; agitado; aprisa; acuciado; nervioso; de prisa; presuroso

Übersetzung Matrix für haastig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
de prisa gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed
pasajero inzittende; passagier; reiziger
rápido exprestrein; sneltrein
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
a escape gauw; haastig; ijlings
a toda prisa gauw; haastig; ijlings
a toda velocidad gauw; haastig; ijlings vliegensvlug
a todo andar gauw; haastig; ijlings aanstonds; direct; rap; snel; terstond; vlot; vlug
acuciado gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
agitado gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig bewogen; bezet; druk; drukbezet; geagiteerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; hard; hardop; hectisch; heftig; joelend; levendig; luid; onbeheerst; ongedurig; onrustig; onstuimig; roerig; rusteloos; schreeuwend; turbulent; veelbewogen; verhit; woelig
apresuradamente gauw; haastig; ijlings in allerijl; inderhaast
apresurado gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; ijlings; jachtig in allerijl; inderhaast; onbedacht; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; opgefokt; opgehitst; overhaast; overijld; voorbarig
aprisa gauw; gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; ijlings; jachtig flitsend; hip; rap; snel; trendy; vlot; vlug
con prisa gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
de paso haastig; kortstondig; terloops; vluchtig in het voorbijgaan; losjes; terloops
de prisa gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig flitsend; haastend; hip; in alle haast; in allerijl; inderhaast; rap; snel; trendy; vlot; vlug
de prisa y corriendo gauw; haastig; ijlings halsoverkop; in allerijl; inderhaast
en seguida gauw; haastig; ijlings dadelijk; direct; directe; dra; eerstdaags; gauw; gelijk; gelijktijdig; gezwind; later; meteen; ogenblikkelijk; onmiddellijk; onverwijld; prompt; spoedig; straks; subiet; tegelijk; tegelijkertijd; terstond; weldra; zo meteen; zometeen
fugaz haastig; kortstondig; terloops; vluchtig vluchtelings
nervioso gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig dooraderd; geagiteerd; levendig; nerveus; onrustig; verhit; zenuwachtig
pasajero haastig; kortstondig; terloops; vluchtig eindig; tijdelijk; vergankelijk; voorbijgaand
precipitadamente gauw; haastig; ijlings halsoverkop; in allerijl; inderhaast; onberaden; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend
presuroso gehaast; gejaagd; gestressed; haastig; jachtig
pronto gauw; haastig; ijlings abrupt; af; afgedaan; afgelopen; alras; directe; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; gereed; geëindigd; grif; grifweg; ineens; klaar; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; over; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; spoedig; straks; uit; vlot; vlug; voltooid; voorbij; vroeg; vroegtijdig; weldra; zometeen
rápidamente gauw; haastig; ijlings aanstonds; direct; directe; dra; dringend; eerstdaags; flitsend; gauw; grif; grifweg; hip; klemmend; met gemak; met spoed; onverwijld; rap; snel; spoedeisend; spoedig; terstond; trendy; urgent; vlot; vlug; weldra
rápido gauw; haastig; ijlings dra; dringend; eerstdaags; flitsend; gauw; grif; grifweg; hip; klemmend; met gemak; met spoed; rap; snel; snelzeilend; spoedeisend; spoedig; trendy; urgent; vingervlug; vlot; vlug; weldra

Verwandte Wörter für "haastig":

  • haastige

Antonyme für "haastig":


Verwandte Definitionen für "haastig":

  1. het snel iets willen doen1
    • Rustig, jij bent altijd veel te haastig!1

Wiktionary Übersetzungen für haastig:

haastig
adjective
  1. zich niet de tijd nemend
Cross Translation:
FromToVia
• haastig → de prisa; apresurado; atropellado; arrebatado; presuroso ↔ hasty — acting in haste; being too hurried or quick
• haastig → rápido ↔ quick — occurring in a short time
• haastig → rápido ↔ rapide — Qui se meut avec vitesse

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0697 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden