Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. sarren:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für sarren (Niederländisch) ins Spanisch

sarren:

Konjugationen für sarren:

o.t.t.
  1. sar
  2. sart
  3. sart
  4. sarren
  5. sarren
  6. sarren
o.v.t.
  1. sarde
  2. sarde
  3. sarde
  4. sarden
  5. sarden
  6. sarden
v.t.t.
  1. ben sarde
  2. bent sarde
  3. is sarde
  4. zijn sarde
  5. zijn sarde
  6. zijn sarde
v.v.t.
  1. was sarde
  2. was sarde
  3. was sarde
  4. waren sarde
  5. waren sarde
  6. waren sarde
o.t.t.t.
  1. zal sarren
  2. zult sarren
  3. zal sarren
  4. zullen sarren
  5. zullen sarren
  6. zullen sarren
o.v.t.t.
  1. zou sarren
  2. zou sarren
  3. zou sarren
  4. zouden sarren
  5. zouden sarren
  6. zouden sarren
diversen
  1. sar!
  2. sart!
  3. sarde
  4. sarrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für sarren:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fastidiar treiteren
provocar aanrichten; provoceren; treiteren; uitlokken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fastidiar jennen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken dwarszitten; ergeren; etteren; foppen; geringschatten; harrewarren; in de maling nemen; irriteren; klagen; lastigvallen; minachten; neerkijken op; op de zenuwen werken; op zijn hart hebben; te pakken nemen; teisteren; verachten; vervelen; vervelend doen; voor de gek houden; wegpesten; zeuren
hacer la puñeta koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren
hacer rabiar jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden
incordiar koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren foppen; in de maling nemen; te pakken nemen; voor de gek houden; zemelen
irritar jennen; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; vervelen
molestar koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren harrewarren; lastigvallen; molesteren; storen; teisteren; wegpesten
provocar jennen; koeioneren; kwellen; narren; pesten; plagen; sarren; stangen; tarten; tergen; treiteren; uitdagen; zieken aandoen; aanjagen; aanleiding geven tot; aanmoedigen; aanrichten; aansporen; aanstichten; aanvuren; aanwakkeren; aanzetten tot; activeren; adviseren; bemoedigen; berokkenen; bezielen; iets aanraden; influisteren; ingeven; instigeren; motiveren; ontlokken; ophitsen; opjutten; oppeppen; oppoken; opporren; opwekken; porren; provoceren; raden; souffleren; stimuleren; suggereren; teweegbrengen; toemoedigen; uitdagen; uitklokken; uitlokken; veroorzaken; verwekken; wegpesten

Wiktionary Übersetzungen für sarren:

sarren
verb
  1. iemand voortdurend lastig vallen

Cross Translation:
FromToVia
sarren irritar; acuciar; molestar agaceraffecter d’une irritation nerveuse.
sarren incitar; acuciar; encresparse irritermettre en colère.