Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->Suche: ziel

Niederländische und spanische Suchergebnisse für: ziel

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

ziel:
- alma; espíritu; sabor; carácter; entrañas; ardor; calidad
Wiktionary:
- ziel → alma
- ziel → alma, espíritu, ánima, ánimo

Niederländisch

Detailübersetzungen für ziel (Niederländisch) ins Spanisch

ziel:

ziel [de ~] Nomen

de ziel
el alma; el espíritu; el sabor; el carácter; la entrañas; el ardor; la calidad
- alma [el ~] Nomen
- espíritu [el ~] Nomen
- sabor [el ~] Nomen
- carácter [el ~] Nomen
- entrañas [la ~] Nomen
- ardor [el ~] Nomen
- calidad [la ~] Nomen

Übersetzung Matrix für ziel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
alma	ziel	aandrift; aard; daadkracht; energie; esprit; fut; geaardheid; gemoed; inborst; inslag; karakter; kracht; levensader; mentaliteit; momentum; natuur; puf; werklust
ardor	ziel	aandrift; begeren; bruine rot; daadkracht; drift; driftstroom; elan; energie; esprit; felheid; fut; gloed; gloeiing; hartstocht; heftigheid; hevigheid; hitte; houtrot; ijver; ijverigheid; instinct; intensiteit; kracht; lust; momentum; naarstigheid; nijverheid; noestigheid; passie; pit; puf; seksuele begeerte; smachten; verlangen; vlam; vlijt; vlijtigheid; voortgedreven vee; vuur; warmte; wensen; werklust; werkzaamheid; zucht
calidad	ziel	aard; eigenschap; geaardheid; gemoed; gesteldheid; hoedanigheid; inborst; inslag; karakter; kwaliteit; mentaliteit; natuur
carácter	ziel	aard; geaardheid; gemoed; gemoedsaard; gemoedsgesteldheid; inborst; inslag; karakter; klasse; letter; lettersoort; letterteken; lettertype; mentaliteit; natuur; onderverdeling; persoonlijkheid; teken; temperament
entrañas	ziel
espíritu	ziel	aandrift; daadkracht; energie; esprit; fut; kracht; momentum; puf; spirits; spiritus; werklust
sabor	ziel	kruiden; smaak; smaakstof; smaakstoffen; smaakwaarneming; specerijen
-	geest

Verwandte Wörter für "ziel":

zielen, zieltje, zieltjes

Synonyms for "ziel":

geest

Antonyme für "ziel":

lichaam; lijf

Verwandte Definitionen für "ziel":

het denken, voelen en willen van de mens, het onbewuste¹
- een gezonde ziel in een gezond lichaam¹
zielig mens¹
- die brave ziel doet niemand kwaad¹

Wiktionary Übersetzungen für ziel:

ziel

noun

het wezen van het niet-stoffelijke van de mens
- ziel → alma

Cross Translation:

From	To	Via
• ziel	→ alma	↔ Seele — Charakterisches Merkmal lebender Wesen, das Unsterbliche
• ziel	→ alma	↔ soul — the spirit or essence of a person that is believed to live on after the person’s death
• ziel	→ espíritu; alma	↔ spirit — soul
• ziel	→ alma; ánima; ánimo	↔ âme — principe de la vie chez un être humain.

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für ziel

simpele ziel

¹Muiswerk Woordenboek