Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gelijkstellen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gelijkgesteld (Niederländisch) ins Spanisch

gelijkstellen:

gelijkstellen Verb (stel gelijk, stelt gelijk, stelde gelijk, stelden gelijk, gelijkgesteld)

  1. gelijkstellen

Konjugationen für gelijkstellen:

o.t.t.
  1. stel gelijk
  2. stelt gelijk
  3. stelt gelijk
  4. stellen gelijk
  5. stellen gelijk
  6. stellen gelijk
o.v.t.
  1. stelde gelijk
  2. stelde gelijk
  3. stelde gelijk
  4. stelden gelijk
  5. stelden gelijk
  6. stelden gelijk
v.t.t.
  1. heb gelijkgesteld
  2. hebt gelijkgesteld
  3. heeft gelijkgesteld
  4. hebben gelijkgesteld
  5. hebben gelijkgesteld
  6. hebben gelijkgesteld
v.v.t.
  1. had gelijkgesteld
  2. had gelijkgesteld
  3. had gelijkgesteld
  4. hadden gelijkgesteld
  5. hadden gelijkgesteld
  6. hadden gelijkgesteld
o.t.t.t.
  1. zal gelijkstellen
  2. zult gelijkstellen
  3. zal gelijkstellen
  4. zullen gelijkstellen
  5. zullen gelijkstellen
  6. zullen gelijkstellen
o.v.t.t.
  1. zou gelijkstellen
  2. zou gelijkstellen
  3. zou gelijkstellen
  4. zouden gelijkstellen
  5. zouden gelijkstellen
  6. zouden gelijkstellen
en verder
  1. ben gelijkgesteld
  2. bent gelijkgesteld
  3. is gelijkgesteld
  4. zijn gelijkgesteld
  5. zijn gelijkgesteld
  6. zijn gelijkgesteld
diversen
  1. stel gelijk!
  2. stelt gelijk!
  3. gelijkgesteld
  4. gelijkstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für gelijkstellen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
igualar con gelijkstellen
tratar igual a una gelijkstellen


Wiktionary Übersetzungen für gelijkgesteld:


Cross Translation:
FromToVia
gelijkgesteld equivalente tantamount — Equivalent in meaning or effect

Computerübersetzung von Drittern: