Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. vertienvoudigen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vertienvoudigen (Niederländisch) ins Spanisch

vertienvoudigen:

vertienvoudigen Verb (vertienvoudig, vertienvoudigt, vertienvoudigde, vertienvoudigden, vertienvoudigd)

  1. vertienvoudigen

Konjugationen für vertienvoudigen:

o.t.t.
  1. vertienvoudig
  2. vertienvoudigt
  3. vertienvoudigt
  4. vertienvoudigen
  5. vertienvoudigen
  6. vertienvoudigen
o.v.t.
  1. vertienvoudigde
  2. vertienvoudigde
  3. vertienvoudigde
  4. vertienvoudigden
  5. vertienvoudigden
  6. vertienvoudigden
v.t.t.
  1. heb vertienvoudigd
  2. hebt vertienvoudigd
  3. heeft vertienvoudigd
  4. hebben vertienvoudigd
  5. hebben vertienvoudigd
  6. hebben vertienvoudigd
v.v.t.
  1. had vertienvoudigd
  2. had vertienvoudigd
  3. had vertienvoudigd
  4. hadden vertienvoudigd
  5. hadden vertienvoudigd
  6. hadden vertienvoudigd
o.t.t.t.
  1. zal vertienvoudigen
  2. zult vertienvoudigen
  3. zal vertienvoudigen
  4. zullen vertienvoudigen
  5. zullen vertienvoudigen
  6. zullen vertienvoudigen
o.v.t.t.
  1. zou vertienvoudigen
  2. zou vertienvoudigen
  3. zou vertienvoudigen
  4. zouden vertienvoudigen
  5. zouden vertienvoudigen
  6. zouden vertienvoudigen
diversen
  1. vertienvoudig!
  2. vertienvoudigt!
  3. vertienvoudigd
  4. vertienvoudigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vertienvoudigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
decuplicar vertienvoudigen