Niederländisch
Detailübersetzungen für verdoezelen (Niederländisch) ins Spanisch
verdoezelen:
-
verdoezelen (in de doofpot stoppen)
esfumar; difuminar; echar al olvido; echar tierra a una cosa-
esfumar Verb
-
difuminar Verb
-
echar al olvido Verb
-
Konjugationen für verdoezelen:
o.t.t.
- verdoezel
- verdoezelt
- verdoezelt
- verdoezelen
- verdoezelen
- verdoezelen
o.v.t.
- verdoezelde
- verdoezelde
- verdoezelde
- verdoezelden
- verdoezelden
- verdoezelden
v.t.t.
- heb verdoezeld
- hebt verdoezeld
- heeft verdoezeld
- hebben verdoezeld
- hebben verdoezeld
- hebben verdoezeld
v.v.t.
- had verdoezeld
- had verdoezeld
- had verdoezeld
- hadden verdoezeld
- hadden verdoezeld
- hadden verdoezeld
o.t.t.t.
- zal verdoezelen
- zult verdoezelen
- zal verdoezelen
- zullen verdoezelen
- zullen verdoezelen
- zullen verdoezelen
o.v.t.t.
- zou verdoezelen
- zou verdoezelen
- zou verdoezelen
- zouden verdoezelen
- zouden verdoezelen
- zouden verdoezelen
diversen
- verdoezel!
- verdoezelt!
- verdoezeld
- verdoezelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verdoezelen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
difuminar | in de doofpot stoppen; verdoezelen | |
echar al olvido | in de doofpot stoppen; verdoezelen | |
echar tierra a una cosa | in de doofpot stoppen; verdoezelen | |
esfumar | in de doofpot stoppen; verdoezelen |