Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
llano
|
|
laag; niveau; peil; plan; stand
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
con naturalidad
|
eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
|
in een handomdraai; moeiteloos; onverplicht; spontaan; uit vrije wil; vanzelf; vrijwillig; zonder moeite
|
fácil
|
eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
|
alledaags; als een kind; eenvoudig; gemakkelijk; gewoon; in een handomdraai; licht; makkelijk; moeiteloos; niet donker; niet moeilijk; niets bijzonders; ordinair; probleemloos; simpel; vanzelf; zonder moeite
|
ingenuo
|
natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
|
argeloos; eerlijk; fideel; goedgelovig; lichtgelovig; naief; naïef; onbekrompen; onbevangen; ongeveinsd; onnozel; openhartig; oprecht; rondborstig; trouwhartig; wereldvreemd
|
inocente
|
natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
|
als een kind; argeloos; gevaarloos; kuis; maagdelijk; naief; naïef; onbevlekt; ongevaarlijk; onnozel; onschadelijk; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; vlekkeloos; zuiver
|
llano
|
eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
|
alledaags; diep; eenvoudig; gewoon; laag; laag liggend; licht; lichtwegend; niets bijzonders; ordinair
|
modesto
|
eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
|
alledaags; bescheiden; discreet; discrete; dunnetjes; eenvoudig; gering; gewoon; ingetogen; kies; magertjes; matig; middelmatig; min; nederig; niet al te best; niet hoogmoedig; niet voornaam; nietig; niets bijzonders; onaanzienlijk; onbeduidend; onbetekenend; ordinair; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; van eenvoudige komaf; zwak; zwakjes
|
natural
|
natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
|
'tuurlijk; aangeboren; allicht; automatisch; bijgevolg; dus; eigen; in een handomdraai; logisch; moeiteloos; natuurlijk; ongecultiveerd; onontgonnen; onontkomelijk; onvermengd; puur; uiteraard; van nature aanwezig; vanzelf; vanzelfsprekend; zeker; zonder moeite; zonder twijfel; zuiver
|
sencillo
|
eenvoudig; natuurlijk; ongedwongen; ongekunsteld
|
argeloos; bescheiden; doodgewoon; eenvoudig; gemakkelijk; gemeen; goedgelovig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; lichtgelovig; makkelijk; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; onedel; ongecompliceerd; onopgemaakt; onopgesmukt; onvolwaardig; probleemloos; simpel; van eenvoudige komaf
|
simple
|
eenvoudig; natuurlijk; ongekunsteld
|
aan een kant beschrijfbaar; alledaags; argeloos; bescheiden; eenvoudig; eenzijdig; gemakkelijk; gewoon; leeghoofdig; licht; makkelijk; naief; naïef; nederig; niet hoogmoedig; niet moeilijk; niet voornaam; niets bijzonders; onbenullig; ongecompliceerd; onnozel; ordinair; probleemloos; simpel; van eenvoudige komaf
|