Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. minnen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für minnend (Niederländisch) ins Spanisch

minnen:

minnen Verb (min, mint, minde, minden, gemind)

  1. minnen (beminnen)
    amar; querer
  2. minnen (vrijen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; beminnen)

Konjugationen für minnen:

o.t.t.
  1. min
  2. mint
  3. mint
  4. minnen
  5. minnen
  6. minnen
o.v.t.
  1. minde
  2. minde
  3. minde
  4. minden
  5. minden
  6. minden
v.t.t.
  1. heb gemind
  2. hebt gemind
  3. heeft gemind
  4. hebben gemind
  5. hebben gemind
  6. hebben gemind
v.v.t.
  1. had gemind
  2. had gemind
  3. had gemind
  4. hadden gemind
  5. hadden gemind
  6. hadden gemind
o.t.t.t.
  1. zal minnen
  2. zult minnen
  3. zal minnen
  4. zullen minnen
  5. zullen minnen
  6. zullen minnen
o.v.t.t.
  1. zou minnen
  2. zou minnen
  3. zou minnen
  4. zouden minnen
  5. zouden minnen
  6. zouden minnen
en verder
  1. ben gemind
  2. bent gemind
  3. is gemind
  4. zijn gemind
  5. zijn gemind
  6. zijn gemind
diversen
  1. min!
  2. mint!
  3. gemind
  4. minnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für minnen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
acostarse beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
amar beminnen; minnen beminnen; houden van; liefhebben
coser beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen doorstikken; hechten; innaaien; naaien; opnaaien; opstikken; stikken; vastnaaien
hacer el amor beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen de liefde bedrijven
querer beminnen; minnen begeren; believen; beminnen; hopen; houden van; kwijnen; kwijnend verlangen; liefhebben; moeten; op hopen zetten; smachten; snakken; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen; wensen; willen

Verwandte Wörter für "minnen":