Niederländisch
Detailübersetzungen für leverde (Niederländisch) ins Spanisch
leveren:
-
leveren (aanleveren; bezorgen; brengen; afleveren; overhandigen; toeleveren)
llevar; traer; entregar; suministrar; repartir; entregar a domicilio; repartir a domicilio-
llevar Verb
-
traer Verb
-
entregar Verb
-
suministrar Verb
-
repartir Verb
-
entregar a domicilio Verb
-
repartir a domicilio Verb
-
-
leveren (iemand iets flikken; lappen; flikken)
-
leveren
Konjugationen für leveren:
o.t.t.
- lever
- levert
- levert
- leveren
- leveren
- leveren
o.v.t.
- leverde
- leverde
- leverde
- leverden
- leverden
- leverden
v.t.t.
- heb geleverd
- hebt geleverd
- heeft geleverd
- hebben geleverd
- hebben geleverd
- hebben geleverd
v.v.t.
- had geleverd
- had geleverd
- had geleverd
- hadden geleverd
- hadden geleverd
- hadden geleverd
o.t.t.t.
- zal leveren
- zult leveren
- zal leveren
- zullen leveren
- zullen leveren
- zullen leveren
o.v.t.t.
- zou leveren
- zou leveren
- zou leveren
- zouden leveren
- zouden leveren
- zouden leveren
en verder
- ben geleverd
- bent geleverd
- is geleverd
- zijn geleverd
- zijn geleverd
- zijn geleverd
diversen
- lever!
- levert!
- geleverd
- leverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
leveren
-
leveren
Übersetzung Matrix für leveren:
Verwandte Wörter für "leveren":
Synonyms for "leveren":
Antonyme für "leveren":
Verwandte Definitionen für "leveren":
Wiktionary Übersetzungen für leveren:
leveren
Cross Translation:
verb
-
voor de aanvoer van iets zorg dragen
- leveren → proveer; entregar; suministrar; abastecer; abastar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• leveren | → abastecer; entregar; proveer; suministrar; surtir | ↔ fournir — pourvoir, approvisionner. |
• leveren | → entregar; suministrar; abandonar; delatar; denunciar; chivar | ↔ livrer — Traductions à trier suivant le sens |