Niederländisch
Detailübersetzungen für in het oog houden (Niederländisch) ins Spanisch
in het oog houden:
in het oog houden Verb (houd in het oog, houdt in het oog, hield in het oog, hielden in het oog, in het oog gehouden)
-
in het oog houden (in de gaten houden; toezien; opletten)
contemplar; percatarse de; mirar; vigilar; percibir; observar; controlar; prestar atención-
contemplar Verb
-
percatarse de Verb
-
mirar Verb
-
vigilar Verb
-
percibir Verb
-
observar Verb
-
controlar Verb
-
prestar atención Verb
-
Konjugationen für in het oog houden:
o.t.t.
- houd in het oog
- houdt in het oog
- houdt in het oog
- houden in het oog
- houden in het oog
- houden in het oog
o.v.t.
- hield in het oog
- hield in het oog
- hield in het oog
- hielden in het oog
- hielden in het oog
- hielden in het oog
v.t.t.
- heb in het oog gehouden
- hebt in het oog gehouden
- heeft in het oog gehouden
- hebben in het oog gehouden
- hebben in het oog gehouden
- hebben in het oog gehouden
v.v.t.
- had in het oog gehouden
- had in het oog gehouden
- had in het oog gehouden
- hadden in het oog gehouden
- hadden in het oog gehouden
- hadden in het oog gehouden
o.t.t.t.
- zal in het oog houden
- zult in het oog houden
- zal in het oog houden
- zullen in het oog houden
- zullen in het oog houden
- zullen in het oog houden
o.v.t.t.
- zou in het oog houden
- zou in het oog houden
- zou in het oog houden
- zouden in het oog houden
- zouden in het oog houden
- zouden in het oog houden
en verder
- ben in het oog gehouden
- bent in het oog gehouden
- is in het oog gehouden
- zijn in het oog gehouden
- zijn in het oog gehouden
- zijn in het oog gehouden
diversen
- houd in het oog!
- houdt in het oog!
- in het oog gehouden
- in het oog houdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze