Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. herleid:
  2. herleiden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für herleid (Niederländisch) ins Spanisch

herleid:

herleid Adjektiv

  1. herleid
    convertido; reducido

Übersetzung Matrix für herleid:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
convertido herleid geconverteerd; omgezet; veranderd; vertaald
reducido herleid arm; armetierig; berooid; corpulent; dik; dun; geen vet op de botten hebbende; geringer gemaakt; gezet; iel; ingekrompen; ingeslonken; karig; lijvig; luttel; mager; pover; schraal; schriel; verminderd; weinig; zwaarlijvig

Verwandte Wörter für "herleid":

  • herleide

herleiden:

herleiden Verb (herleid, herleidt, herleidde, herleidden, herleid)

  1. herleiden (terugvoeren)

Konjugationen für herleiden:

o.t.t.
  1. herleid
  2. herleidt
  3. herleidt
  4. herleiden
  5. herleiden
  6. herleiden
o.v.t.
  1. herleidde
  2. herleidde
  3. herleidde
  4. herleidden
  5. herleidden
  6. herleidden
v.t.t.
  1. heb herleid
  2. hebt herleid
  3. heeft herleid
  4. hebben herleid
  5. hebben herleid
  6. hebben herleid
v.v.t.
  1. had herleid
  2. had herleid
  3. had herleid
  4. hadden herleid
  5. hadden herleid
  6. hadden herleid
o.t.t.t.
  1. zal herleiden
  2. zult herleiden
  3. zal herleiden
  4. zullen herleiden
  5. zullen herleiden
  6. zullen herleiden
o.v.t.t.
  1. zou herleiden
  2. zou herleiden
  3. zou herleiden
  4. zouden herleiden
  5. zouden herleiden
  6. zouden herleiden
en verder
  1. is herleid
  2. zijn herleid
diversen
  1. herleid!
  2. herleidt!
  3. herleid
  4. herleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für herleiden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
atribuir a herleiden; terugvoeren
convertir herleiden; terugvoeren afwisselen; amenderen; bekeren; converteren; herzien; iets omdraaien; modificeren; ombouwen; omkeren; omrekenen; omwerken; omzetten; veranderen; verwisselen; wijzigen
reducir herleiden; terugvoeren achteruitgaan; afbreuk doen aan; afnemen; afprijzen; beknotten; benadelen; beperken; declineren; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; neerleggen; onderuit halen; reduceren; schaden; slinken; terugdraaien; terugdrijven; terugdringen; terugschroeven; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen
reducir a herleiden; terugvoeren

Wiktionary Übersetzungen für herleiden:

herleiden
verb
  1. (overgankelijk) door logisch redeneren terugvoeren op iets fundamenteels

Cross Translation:
FromToVia
herleiden bajar; inclinar abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
herleiden reducir réduirerestreindre, diminuer, ou faire diminuer.