Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. geïntegreerd:
  2. integreren:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für geïntegreerd (Niederländisch) ins Spanisch

geïntegreerd:

geïntegreerd Adjektiv

  1. geïntegreerd
    integrado

Übersetzung Matrix für geïntegreerd:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
integrado geïntegreerd ingebouwd; ingebouwde

Verwandte Wörter für "geïntegreerd":

  • geïntegreerde

integreren:

integreren Verb (integreer, integreert, integreerde, integreerden, geïntegreerd)

  1. integreren (tot een eenheid worden)

Konjugationen für integreren:

o.t.t.
  1. integreer
  2. integreert
  3. integreert
  4. integreren
  5. integreren
  6. integreren
o.v.t.
  1. integreerde
  2. integreerde
  3. integreerde
  4. integreerden
  5. integreerden
  6. integreerden
v.t.t.
  1. heb geïntegreerd
  2. hebt geïntegreerd
  3. heeft geïntegreerd
  4. hebben geïntegreerd
  5. hebben geïntegreerd
  6. hebben geïntegreerd
v.v.t.
  1. had geïntegreerd
  2. had geïntegreerd
  3. had geïntegreerd
  4. hadden geïntegreerd
  5. hadden geïntegreerd
  6. hadden geïntegreerd
o.t.t.t.
  1. zal integreren
  2. zult integreren
  3. zal integreren
  4. zullen integreren
  5. zullen integreren
  6. zullen integreren
o.v.t.t.
  1. zou integreren
  2. zou integreren
  3. zou integreren
  4. zouden integreren
  5. zouden integreren
  6. zouden integreren
en verder
  1. ben geïntegreerd
  2. bent geïntegreerd
  3. is geïntegreerd
  4. zijn geïntegreerd
  5. zijn geïntegreerd
  6. zijn geïntegreerd
diversen
  1. integreer!
  2. integreert!
  3. geïntegreerd
  4. integrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für integreren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
integrarse integreren; tot een eenheid worden

Wiktionary Übersetzungen für integreren:

integreren
verb
  1. tot een samenhangende groep maken

Computerübersetzung von Drittern: