Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. doorgezakt:
  2. doorzakken:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für doorgezakt (Niederländisch) ins Spanisch

doorgezakt:

doorgezakt Adjektiv

  1. doorgezakt

Übersetzung Matrix für doorgezakt:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
cogido una trompa doorgezakt

Verwandte Wörter für "doorgezakt":

  • doorgezakte

doorgezakt form of doorzakken:

doorzakken Verb (zak door, zakt door, zakte door, zakten door, doorgezakt)

  1. doorzakken (doorbuigen)

Konjugationen für doorzakken:

o.t.t.
  1. zak door
  2. zakt door
  3. zakt door
  4. zakken door
  5. zakken door
  6. zakken door
o.v.t.
  1. zakte door
  2. zakte door
  3. zakte door
  4. zakten door
  5. zakten door
  6. zakten door
v.t.t.
  1. ben doorgezakt
  2. bent doorgezakt
  3. is doorgezakt
  4. zijn doorgezakt
  5. zijn doorgezakt
  6. zijn doorgezakt
v.v.t.
  1. was doorgezakt
  2. was doorgezakt
  3. was doorgezakt
  4. waren doorgezakt
  5. waren doorgezakt
  6. waren doorgezakt
o.t.t.t.
  1. zal doorzakken
  2. zult doorzakken
  3. zal doorzakken
  4. zullen doorzakken
  5. zullen doorzakken
  6. zullen doorzakken
o.v.t.t.
  1. zou doorzakken
  2. zou doorzakken
  3. zou doorzakken
  4. zouden doorzakken
  5. zouden doorzakken
  6. zouden doorzakken
diversen
  1. zak door!
  2. zakt door!
  3. doorgezakt
  4. doorzakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für doorzakken:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hundirse inzakken; kelderen; sterk in waarde dalen; terugvallen; wegzakken
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aflojarse doorbuigen; doorzakken aan kracht inboeten; uitputten; verslappen; verzwakken; zwak worden; zwakker worden
doblarse doorbuigen; doorzakken buigen; krom buigen; krommen; ombuigen; omknikken; reproduceren; verbuigen; verdubbelen; vermenigvuldigen; welven
hundirse doorbuigen; doorzakken afknappen; afkoelen; bekoelen; doorleven; doorstaan; er vanaf breken; gaan hangen; ineenzakken; ineenzijgen; inzakken; kelderen; koel worden; luwen; naar de vijand overlopen; omlaagstorten; sterk afnemen; teruglopen; tot bedaren komen; uitwoeden; uitzakken; vallen; verdragen; verduren; verflauwen; vergaan; verkommeren; verteren; vervallen; verzakken; wegsterven; wegzakken; zakken; zakken in; zich storten

Wiktionary Übersetzungen für doorzakken:


Cross Translation:
FromToVia
doorzakken ahondar sag — sink