Niederländisch
Detailübersetzungen für demonstreren (Niederländisch) ins Spanisch
demonstreren:
-
demonstreren (betogen)
-
demonstreren (aanschouwelijk maken; veraanschouwelijken)
Konjugationen für demonstreren:
o.t.t.
- demonstreer
- demonstreert
- demonstreert
- demonstreren
- demonstreren
- demonstreren
o.v.t.
- demonstreerde
- demonstreerde
- demonstreerde
- demonstreerden
- demonstreerden
- demonstreerden
v.t.t.
- heb gedemonstreerd
- hebt gedemonstreerd
- heeft gedemonstreerd
- hebben gedemonstreerd
- hebben gedemonstreerd
- hebben gedemonstreerd
v.v.t.
- had gedemonstreerd
- had gedemonstreerd
- had gedemonstreerd
- hadden gedemonstreerd
- hadden gedemonstreerd
- hadden gedemonstreerd
o.t.t.t.
- zal demonstreren
- zult demonstreren
- zal demonstreren
- zullen demonstreren
- zullen demonstreren
- zullen demonstreren
o.v.t.t.
- zou demonstreren
- zou demonstreren
- zou demonstreren
- zouden demonstreren
- zouden demonstreren
- zouden demonstreren
en verder
- is gedemonstreerd
- zijn gedemonstreerd
diversen
- demonstreer!
- demonstreert!
- gedemonstreerd
- demonstrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für demonstreren:
Wiktionary Übersetzungen für demonstreren:
demonstreren
Cross Translation:
verb
-
(overgankelijk) iets voordoen of duidelijk laten zien
- demonstreren → demostrar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• demonstreren | → demostrar | ↔ demonstrate — to display the method of using an object |
• demonstreren | → demostrar | ↔ show — indicate (a fact) to be true |