Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für gewapend (Niederländisch) ins Englisch
gewapend:
-
gewapend (bewapend)
-
gewapend (voorbereid; bedacht)
Übersetzung Matrix für gewapend:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
armed | bewapend; gewapend | |
prepared | bedacht; gewapend; voorbereid | af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
in arms | bewapend; gewapend | |
ready for | bedacht; gewapend; voorbereid |
gewapend form of wapenen:
-
wapenen (bewapenen)
Konjugationen für wapenen:
o.t.t.
- wapen
- wapent
- wapent
- wapenen
- wapenen
- wapenen
o.v.t.
- wapende
- wapende
- wapende
- wapenden
- wapenden
- wapenden
v.t.t.
- heb gewapend
- hebt gewapend
- heeft gewapend
- hebben gewapend
- hebben gewapend
- hebben gewapend
v.v.t.
- had gewapend
- had gewapend
- had gewapend
- hadden gewapend
- hadden gewapend
- hadden gewapend
o.t.t.t.
- zal wapenen
- zult wapenen
- zal wapenen
- zullen wapenen
- zullen wapenen
- zullen wapenen
o.v.t.t.
- zou wapenen
- zou wapenen
- zou wapenen
- zouden wapenen
- zouden wapenen
- zouden wapenen
diversen
- wapen!
- wapent!
- gewapend
- wapenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wapenen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arm | arm; armleuning | |
armor | bepantsering; borstharnas; harnas; kuras; pantser | |
armour | bepantsering; borstharnas; harnas; kuras; pantser | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
arm | bewapenen; wapenen | |
armor | bewapenen; wapenen | afdekken; bepantseren; blinderen; harnassen |
armour | bewapenen; wapenen | afdekken; bepantseren; blinderen; harnassen |
reinforce | bewapenen; wapenen | bepantseren; harnassen; sterken; sterker maken; sterker worden; versterken |