Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. verplicht:
  2. verplichten:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for verplicht:
    • obligated, compulsary


Niederländisch

Detailübersetzungen für verplicht (Niederländisch) ins Englisch

verplicht:

verplicht Adjektiv

  1. verplicht (obligaat; obligatoir; vereist)
    obliged; obligatory; committed; bound
  2. verplicht (onvrijwillig; gedwongen; geforceerd)
    compulsory; obligatory; obliged; forced; committed; involuntary; indebted; forcible; tied
  3. verplicht
    compulsory; required; mandatory
    – required by rule 1
    • compulsory Adjektiv
      • in most schools physical education is compulsory1
    • required Adjektiv
      • required reading1
    • mandatory Adjektiv
      • attendance is mandatory1

Übersetzung Matrix für verplicht:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bound grens
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bound afgrenzen; begrenzen; van grenzen voorzien
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bound obligaat; obligatoir; vereist; verplicht gebonden; onvrij
committed gedwongen; geforceerd; obligaat; obligatoir; onvrijwillig; vereist; verplicht gebonden; niet vrij; onvrij; toegewijd
compulsory gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht
forced gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht gedwongen; geforceerd; gemaakt; gemaakte gevoelens; onnatuurlijk
forcible gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht
indebted gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht verplicht zijn aan; verschuldigd
involuntary gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht
mandatory verplicht
obligatory gedwongen; geforceerd; obligaat; obligatoir; onvrijwillig; vereist; verplicht reglementair
obliged gedwongen; geforceerd; obligaat; obligatoir; onvrijwillig; vereist; verplicht
required verplicht door de behoefte vereist; nodig; noodzakelijk
tied gedwongen; geforceerd; onvrijwillig; verplicht gebonden; niet vrij; onvrij

Verwandte Wörter für "verplicht":

  • verplichte

Wiktionary Übersetzungen für verplicht:

verplicht
adjective
  1. door iets of iemand gedwongen
verplicht
adjective
  1. Under an obligation to do something for someone
  2. binding
  3. obligatory
  4. mandatory
  1. in a compulsory manner

Cross Translation:
FromToVia
verplicht mandatory; compulsory; obligatory; binding; required obligatoire — Qui a la force d’obliger suivant la religion, suivre la loi.

verplichten:

verplichten Verb (verplicht, verplichtte, verplichtten, verplicht)

  1. verplichten
    to oblige
    • oblige Verb (obliges, obliged, obliging)

Konjugationen für verplichten:

o.t.t.
  1. verplicht
  2. verplicht
  3. verplicht
  4. verplichten
  5. verplichten
  6. verplichten
o.v.t.
  1. verplichtte
  2. verplichtte
  3. verplichtte
  4. verplichtten
  5. verplichtten
  6. verplichtten
v.t.t.
  1. heb verplicht
  2. hebt verplicht
  3. heeft verplicht
  4. hebben verplicht
  5. hebben verplicht
  6. hebben verplicht
v.v.t.
  1. had verplicht
  2. had verplicht
  3. had verplicht
  4. hadden verplicht
  5. hadden verplicht
  6. hadden verplicht
o.t.t.t.
  1. zal verplichten
  2. zult verplichten
  3. zal verplichten
  4. zullen verplichten
  5. zullen verplichten
  6. zullen verplichten
o.v.t.t.
  1. zou verplichten
  2. zou verplichten
  3. zou verplichten
  4. zouden verplichten
  5. zouden verplichten
  6. zouden verplichten
diversen
  1. verplicht!
  2. verplicht!
  3. verplicht
  4. verplichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verplichten:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
oblige verplichten dwingen; dwingen te doen; forceren; gerieven; noodzaken tot

Verwandte Definitionen für "verplichten":

  1. hem iets opleggen2
    • je bent verplicht om rechts te houden in het verkeer2

Wiktionary Übersetzungen für verplichten:

verplichten
verb
  1. tot regel maken dat iets moet
verplichten
verb
  1. to constrain someone by force or by social, moral or legal means

Cross Translation:
FromToVia
verplichten impose; impose upon; force; coerce; thrust; assert; put on; apply; tax; mandate; necessitate; oblige; inflict imposer — Traductions à trier suivant le sens

Verwandte Übersetzungen für verplicht