Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für weergaloos (Niederländisch) ins Englisch

weergaloos:

weergaloos Adjektiv

  1. weergaloos (ongeëvenaard; onovertroffen; uitstekend; )
    unprecedented; unrivalled; unsurpassed; unmatched; unequalled; peerless; unheard; unparalleled; matchless; unequaled; unrivaled

Übersetzung Matrix für weergaloos:

AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
matchless ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos onnavolgbaar
peerless ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
unequaled ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos zonder weerga
unequalled ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos zonder weerga
unheard ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos onverhoord
unmatched ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
unparalleled ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos apart; bijzonder; enig; enig in zijn soort; onnavolgbaar; onvergelijkbaar; onvergelijkelijk; uniek
unprecedented ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos extravagant; overmatig
unrivaled ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
unrivalled ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos
unsurpassed ongekend; ongeëvenaard; onovertroffen; onvergelijkelijk; onvolprezen; uitstekend; weergaloos