Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. vakbekwaamheid:
  2. vakbekwaam:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vakbekwaamheid (Niederländisch) ins Englisch

vakbekwaamheid:

vakbekwaamheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de vakbekwaamheid (vakkennis)
    the expertise
    – skillfulness by virtue of possessing special knowledge 1

Übersetzung Matrix für vakbekwaamheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
expert knowledge vakbekwaamheid; vakkennis
expertise vakbekwaamheid; vakkennis deskundigheid; geleerdheid; kennis van zaken; vakarbeid; vakkundigheid; vakmanschap; vakwerk
professional knowledge vakbekwaamheid; vakkennis

Verwandte Wörter für "vakbekwaamheid":


vakbekwaamheid form of vakbekwaam:

vakbekwaam Adjektiv

  1. vakbekwaam (oordeelkundig; vakkundig; competent; deskundig; ter zake kundig)
    competent; capable; efficient; good; able

Übersetzung Matrix für vakbekwaam:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
able competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geoefend; geschikt; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; vaardig
capable competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; fysiek in staat; geoefend; geschikt; handig; in staat; intelligent; knap; kundig; vaardig
competent competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig bekwaam; bevoegd; capabel; competent; gediplomeerd; gekwalificeerd; geschikt; rechtsbevoegd
efficient competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig adequaat; bekwaam; capabel; competent; de moeite waard; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; gepast; geschikt; juist; krachtig; lonend; passend
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
good competent; deskundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig aangenaam; akkoord; behaaglijk; bekwaam; braaf; capabel; competent; deugdzaam; fijn; geschikt; in orde; leuk; lief; mee eens; plezant; plezierig; prettig; voorbeeldig; zoet

Verwandte Wörter für "vakbekwaam":