Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. lessen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für leste (Niederländisch) ins Englisch

lessen:

lessen Verb (les, lest, leste, lesten, gelest)

  1. lessen (stillen)
    to quench; to alleviate
    • quench Verb (quenches, quenched, quenching)
    • alleviate Verb (alleviates, alleviated, alleviating)
  2. lessen (tegoed doen; laven; lenigen)
    to quench; to consume; to relieve; to gorge; tuck into; feast upon; to have dinner; to have a meal; to take something; to have something to eat; to eat

Konjugationen für lessen:

o.t.t.
  1. les
  2. lest
  3. lest
  4. lessen
  5. lessen
  6. lessen
o.v.t.
  1. leste
  2. leste
  3. leste
  4. lesten
  5. lesten
  6. lesten
v.t.t.
  1. heb gelest
  2. hebt gelest
  3. heeft gelest
  4. hebben gelest
  5. hebben gelest
  6. hebben gelest
v.v.t.
  1. had gelest
  2. had gelest
  3. had gelest
  4. hadden gelest
  5. hadden gelest
  6. hadden gelest
o.t.t.t.
  1. zal lessen
  2. zult lessen
  3. zal lessen
  4. zullen lessen
  5. zullen lessen
  6. zullen lessen
o.v.t.t.
  1. zou lessen
  2. zou lessen
  3. zou lessen
  4. zouden lessen
  5. zouden lessen
  6. zouden lessen
en verder
  1. is gelest
diversen
  1. les!
  2. lest!
  3. gelest
  4. lessend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lessen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
consume verbruiken
gorge ravijn; slokdarm
relieve geruststelling; ontlasting; opluchting; van een last ontdoen; verademing
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
alleviate lessen; stillen
consume laven; lenigen; lessen; tegoed doen bikken; bunkeren; consumeren; doorjagen; drugs consumeren; eten; gebruiken; naar binnen werken; nuttigen; opeten; opgebruiken; opkrijgen; opmaken; oppeuzelen; opvreten; schransen; schrokken; tegoed doen; tot zich nemen; uitgeven voor een maaltijd; verbruiken; verorberen; verslinden; verteren; vreten; zitten proppen
eat laven; lenigen; lessen; tegoed doen consumeren; eten; gebruiken; leegeten; nuttigen; opeten; oppeuzelen; opvreten; schaften; souperen; tot zich nemen; verorberen; vreten
feast upon laven; lenigen; lessen; tegoed doen
gorge laven; lenigen; lessen; tegoed doen
have a meal laven; lenigen; lessen; tegoed doen consumeren; eten; gebruiken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tot zich nemen; verorberen
have dinner laven; lenigen; lessen; tegoed doen consumeren; eten; gebruiken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tot zich nemen; verorberen
have something to eat laven; lenigen; lessen; tegoed doen consumeren; eten; gebruiken; nuttigen; opeten; oppeuzelen; tot zich nemen; verorberen
quench laven; lenigen; lessen; stillen; tegoed doen
relieve laven; lenigen; lessen; tegoed doen lenigen; opluchten; verlichten; verzachten
take something laven; lenigen; lessen; tegoed doen
tuck into laven; lenigen; lessen; tegoed doen

Verwandte Wörter für "lessen":


Wiktionary Übersetzungen für lessen:

lessen
verb
  1. satisfy thirst

Verwandte Übersetzungen für leste