Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. hooghouden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für hooghouden (Niederländisch) ins Englisch

hooghouden:

hooghouden Verb (houd hoog, houdt hoog, hield hoog, hielden hoog, hooggehouden)

  1. hooghouden (omhooghouden; ophouden; in de hoogte houden)
    to keep up; to hold up
    • keep up Verb (keeps up, kept up, keeping up)
    • hold up Verb (holds up, held up, holding up)

Konjugationen für hooghouden:

o.t.t.
  1. houd hoog
  2. houdt hoog
  3. houdt hoog
  4. houden hoog
  5. houden hoog
  6. houden hoog
o.v.t.
  1. hield hoog
  2. hield hoog
  3. hield hoog
  4. hielden hoog
  5. hielden hoog
  6. hielden hoog
v.t.t.
  1. heb hooggehouden
  2. hebt hooggehouden
  3. heeft hooggehouden
  4. hebben hooggehouden
  5. hebben hooggehouden
  6. hebben hooggehouden
v.v.t.
  1. had hooggehouden
  2. had hooggehouden
  3. had hooggehouden
  4. hadden hooggehouden
  5. hadden hooggehouden
  6. hadden hooggehouden
o.t.t.t.
  1. zal hooghouden
  2. zult hooghouden
  3. zal hooghouden
  4. zullen hooghouden
  5. zullen hooghouden
  6. zullen hooghouden
o.v.t.t.
  1. zou hooghouden
  2. zou hooghouden
  3. zou hooghouden
  4. zouden hooghouden
  5. zouden hooghouden
  6. zouden hooghouden
en verder
  1. is hooggehouden
  2. zijn hooggehouden
diversen
  1. houd hoog!
  2. houdt hoog!
  3. hooggehouden
  4. hooghoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für hooghouden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hold up overval
keep up in goede staat houden; onderhoud
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
hold up hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden afblazen; afgelasten; afzeggen; overrompelen; overvallen
keep up hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden aanhouden; behouden; conserveren; continueren; doorgaan; doorzetten; in stand houden; instandhouden; onderhouden; standhouden; verdergaan; vervolgen; volharden; volhouden; voortgaan; voortzetten