Niederländisch
Detailübersetzungen für geleken (Niederländisch) ins Englisch
geleken form of lijken:
-
lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
Konjugationen für lijken:
o.t.t.
- lijk
- lijkt
- lijkt
- lijken
- lijken
- lijken
o.v.t.
- leek
- leek
- leek
- leken
- leken
- leken
v.t.t.
- heb geleken
- hebt geleken
- heeft geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
v.v.t.
- had geleken
- had geleken
- had geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
o.t.t.t.
- zal lijken
- zult lijken
- zal lijken
- zullen lijken
- zullen lijken
- zullen lijken
o.v.t.t.
- zou lijken
- zou lijken
- zou lijken
- zouden lijken
- zouden lijken
- zouden lijken
diversen
- lijk!
- lijkt!
- geleken
- lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de lijken
Übersetzung Matrix für lijken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bodies | lijken | |
corpses | lijken | |
dead bodies | lijken | |
look | aanblik; aangezicht; aanzicht; aanzien; blikken; buitenkant; expressie; gedaante; gelaat; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; kijkje; oogopslagen; type; uitdrukking; uiterlijk; verschijning; vertoon; voorkomen; vorm | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
appear | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | er uitzien; ogen; opdoemen; tevoorschijn komen; verrijzen |
look | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | blikken; blikken werpen; er uitzien; kijken; ogen; schouwen; toeschouwen |
look like | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | de schijn van iets hebben; er uitzien; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; ogen; schijnen |
seem | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | de schijn van iets hebben; gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op; schijnen |
- | schijnen |
Verwandte Wörter für "lijken":
Synonyms for "lijken":
Antonyme für "lijken":
Verwandte Definitionen für "lijken":
Wiktionary Übersetzungen für lijken:
lijken
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• lijken | → act; perform | ↔ paraître — exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester. |
• lijken | → resemble | ↔ ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général). |
• lijken | → appear; seem; look; act; look like | ↔ sembler — avoir l’air, l’apparence |
gelijken:
-
gelijken (lijken op; gelijkenis vertonen met)
Konjugationen für gelijken:
o.t.t.
- gelijk
- gelijkt
- gelijkt
- gelijken
- gelijken
- gelijken
o.v.t.
- geleek
- geleek
- geleek
- geleken
- geleken
- geleken
v.t.t.
- heb geleken
- hebt geleken
- heeft geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
- hebben geleken
v.v.t.
- had geleken
- had geleken
- had geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
- hadden geleken
o.t.t.t.
- zal gelijken
- zult gelijken
- zal gelijken
- zullen gelijken
- zullen gelijken
- zullen gelijken
o.v.t.t.
- zou gelijken
- zou gelijken
- zou gelijken
- zouden gelijken
- zouden gelijken
- zouden gelijken
diversen
- gelijk!
- gelijkt!
- geleken
- gelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für gelijken:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
equals | gelijken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
be like | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op | |
bear resemblance to | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op | |
look like | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op | de schijn van iets hebben; er uitzien; eruit zien; lijken; ogen; schijnen; toeschijnen |
resemble | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op | |
seem | gelijken; gelijkenis vertonen met; lijken op | de schijn van iets hebben; eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen |