Übersicht
Niederländisch nach Englisch: mehr Daten
- fictief:
-
Wiktionary:
- fictief → fictitious, fictional
- fictief → fictitious
Niederländisch
Detailübersetzungen für fictief (Niederländisch) ins Englisch
fictief:
-
fictief (denkbeeldig; gefingeerd; verzonnen; bedacht)
fictitious; fictive; imaginary; invented; notional-
fictitious Adjektiv
-
fictive Adjektiv
-
imaginary Adjektiv
-
invented Adjektiv
-
notional Adjektiv
-
-
fictief (denkbeeldig; geveinsd; aangenomen; verdicht; gefingeerd)
Übersetzung Matrix für fictief:
Adjective | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fictitious | aangenomen; bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht; verzonnen | bedriegelijk; denkbeeldig; fantastisch; gefingeerd; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; nagemaakt; onecht; onwaar; vals |
fictive | aangenomen; bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht; verzonnen | |
imaginary | bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen | denkbeeldig; fantastisch; hypothetisch; illusoir; imaginair; ingebeeld; irreeel; irreëel; onwerkelijk; onwezenlijk |
notional | bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
invented | bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen | bedacht; gefabriceerd; gefantaseerd; uit de duim gezogen |