Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. arbeidsgeschiktheid:
  2. arbeidsgeschikt:


Niederländisch

Detailübersetzungen für arbeidsgeschiktheid (Niederländisch) ins Englisch

arbeidsgeschiktheid:

arbeidsgeschiktheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de arbeidsgeschiktheid
    the workability

Übersetzung Matrix für arbeidsgeschiktheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
workability arbeidsgeschiktheid uitvoerbaarheid

Verwandte Wörter für "arbeidsgeschiktheid":


arbeidsgeschikt:

arbeidsgeschikt Adjektiv

  1. arbeidsgeschikt (geschikt; valide; in staat te werken)
    valid; capable for work; fit

Übersetzung Matrix für arbeidsgeschikt:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit convulsie; driftbui; fit; kramp; pasvorm; samentrekking; stuip; stuiptrekking; woedeaanval
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit aanbrengen; aankunnen; aanleggen; aanpassen; aanproberen; bijpassen; installeren; kloppen met; monteren en aansluiten; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; passen; plaatsen; proberen; stroken; stroken met
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fit arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide adequaat; bekwaam; blakend; capabel; competent; fit; gepast; geschikt; getraind; gezond; juist; passend
valid arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide aannemelijk; degelijk; gefundeerd; gegrond; geldend; geldig; logisch; op goede gronden steunend; solide; steekhoudend; valabel; valide
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
capable for work arbeidsgeschikt; geschikt; in staat te werken; valide

Verwandte Wörter für "arbeidsgeschikt":


Computerübersetzung von Drittern: