Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: factuur

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: factuur

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

factuur:
- Rechnung; Faktur
Wiktionary:
- factuur → Rechnung
- factuur → Rechnung, Faktura, Warenrechnung

Niederländisch

Detailübersetzungen für factuur (Niederländisch) ins Deutsch

factuur:

factuur [de ~ (v)] Nomen

de factuur (rekening; nota)

– papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen ¹
die Rechnung; die Faktur
- Rechnung [die ~] Nomen
- Faktur [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für factuur:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Faktur	factuur; nota; rekening
Rechnung	factuur; nota; rekening	afrekening; memorandum
-	nota; rekening
Not Specified	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Rechnung		Facturering; Factuurbeheer

Verwandte Wörter für "factuur":

facturen, factuurtje, factuurtjes

Synonyms for "factuur":

bon; nota; rekening

Verwandte Definitionen für "factuur":

papier waar op staat wat je hebt ontvangen en wat je moet betalen¹
- deze factuur heb ik al betaald¹

Wiktionary Übersetzungen für factuur:

factuur

noun

een document met een beschrijving van goederen die een bedrijf (aan een ander bedrijf) geleverd heeft
- factuur → Rechnung

Cross Translation:

From	To	Via
• factuur	→ Rechnung	↔ invoice — bill
• factuur	→ Faktura; Rechnung; Warenrechnung	↔ facture — Pièce comptable

¹Muiswerk Woordenboek