Niederländisch
Detailübersetzungen für wuiven (Niederländisch) ins Deutsch
wuiven:
-
wuiven (zwaaien)
Konjugationen für wuiven:
o.t.t.
- wuif
- wuift
- wuift
- wuiven
- wuiven
- wuiven
o.v.t.
- wuifde
- wuifde
- wuifde
- wuifden
- wuifden
- wuifden
v.t.t.
- heb gewuifd
- hebt gewuifd
- heeft gewuifd
- hebben gewuifd
- hebben gewuifd
- hebben gewuifd
v.v.t.
- had gewuifd
- had gewuifd
- had gewuifd
- hadden gewuifd
- hadden gewuifd
- hadden gewuifd
o.t.t.t.
- zal wuiven
- zult wuiven
- zal wuiven
- zullen wuiven
- zullen wuiven
- zullen wuiven
o.v.t.t.
- zou wuiven
- zou wuiven
- zou wuiven
- zouden wuiven
- zouden wuiven
- zouden wuiven
diversen
- wuif!
- wuift!
- gewuifd
- wuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wuiven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
schwenken | wuiven; zwaaien | deinen; draaien; golven; heen en weer zwaaien; keren; kolken; omdraaien; omschudden; ronddraaien; schommelen; slingeren; wenden; wiebelen; wiegen; zwaaien; zwenken |
wiegen | wuiven; zwaaien | deinen; golven; schommelen; wegen; wiegelen; wiegen |
winken | wuiven; zwaaien | deinen; golven; met de hand groeten; uitwuiven; wenken; zwaaien |