Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: versiersel

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: versiersel

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

versiersel:
- Verzierung; Ausschmückung; Ordenszeichen
Wiktionary:
- versiersel → Verzierung, Zierat

Niederländisch

Detailübersetzungen für versiersel (Niederländisch) ins Deutsch

versiersel:

versiersel [het ~] Nomen

het versiersel (versiering; draperie; tooi; decoratie; corsage; ornamentiek; opluistering; sierwerk; decor; garnering; opsiering)
die Verzierung; die Ausschmückung; Ordenszeichen
- Verzierung [die ~] Nomen
- Ausschmückung [die ~] Nomen
- Ordenszeichen [das ~] Nomen

Übersetzung Matrix für versiersel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Ausschmückung	corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel	benodigde; decoreren; monstering; opluisteren; opsieren; opsmukken; outfit; outillage; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering; versieringen aanbrengen
Ordenszeichen	corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel	ordeteken
Verzierung	corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; versiering; versiersel	benodigde; monstering; opluisteren; ornament; outfit; outillage; tooien; uitmonstering; uitrusting; uitzet; versieren; versiering

Verwandte Wörter für "versiersel":

versierselen, versierseltje, versierseltjes

Wiktionary Übersetzungen für versiersel:

Cross Translation:

From	To	Via
• versiersel	→ Verzierung; Zierat	↔ parure — ornement, ajustement, ce qui servir à parer.