Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->Suche: handhaving

Niederländische und deutsche Suchergebnisse für: handhaving

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

handhaving:
- Handhabung; Erhaltung; Instandhaltung
Wiktionary:
- handhaving → Instandhaltung, Wartung, Aufsicht, Bewachung, Bewahrer, Gardist, Hut, Obhut, Schutz, Schwertgriff, Verwahrung, Wache, Wachmannschaft, Wacht, Wächter, Wärter

Niederländisch

Detailübersetzungen für handhaving (Niederländisch) ins Deutsch

handhaving:

handhaving [de ~ (v)] Nomen

de handhaving (behoud)
die Handhabung
- Handhabung [die ~] Nomen
de handhaving (instandhouding; conservatie; behoud)
die Erhaltung; die Instandhaltung
- Erhaltung [die ~] Nomen
- Instandhaltung [die ~] Nomen

Übersetzung Matrix für handhaving:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Erhaltung	behoud; conservatie; handhaving; instandhouding	eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; herstelwerkzaamheden; kantine; restaurant; restauratie; schaftlokaal
Handhabung	behoud; handhaving	aanwending; behandeling; gebruik; hantering
Instandhaltung	behoud; conservatie; handhaving; instandhouding	onderhoud

Wiktionary Übersetzungen für handhaving:

Cross Translation:

From	To	Via
• handhaving	→ Instandhaltung; Wartung	↔ maintenance — keeping a machine in service
• handhaving	→ Aufsicht; Bewachung; Bewahrer; Gardist; Hut; Obhut; Schutz; Schwertgriff; Verwahrung; Wache; Wachmannschaft; Wacht; Wächter; Wärter	↔ garde — Traductions à trier suivant le sens