Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. opschrift:
  2. op schrift:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opschrift (Niederländisch) ins Deutsch

opschrift:

opschrift [het ~] Nomen

  1. het opschrift (titel)
    die Aufschrift; die Titelzeile; der Überschrift; die Legende
  2. het opschrift (inscriptie)
    die Inskription; die Inschrift

Übersetzung Matrix für opschrift:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Aufschrift opschrift; titel
Inschrift inscriptie; opschrift
Inskription inscriptie; opschrift
Legende opschrift; titel bijschrift; geschiedenis; legenda; legende; onderschrift; overlevering; randschrift; relaas; sage; traditie; verdichtsel; verhaal; verhaaltje; vertelling; vertelsel
Titelzeile opschrift; titel
Überschrift opschrift; titel aanhef; hoofd; kop; krantenkop; titel
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Überschrift berichtkop; header

Wiktionary Übersetzungen für opschrift:


Cross Translation:
FromToVia
opschrift Titel; Bildunterschrift; Beschriftung; Legende; Bildüberschrift caption — title or brief explanation attached to an illustration or cartoon

op schrift:

op schrift Adjektiv

  1. op schrift (contractueel)
  2. op schrift (zwart op wit)

Übersetzung Matrix für op schrift:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
kontraktlich contractueel; op schrift
kontraktmäßig contractueel; op schrift
schriftlich op schrift; zwart op wit per brief; schriftelijk

Computerübersetzung von Drittern: