Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. verzwijgen:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für verzwijgen (Niederländisch) ins Deutsch

verzwijgen:

verzwijgen Verb (verzwijg, verzwijgt, verzweeg, verzwegen, verzwegen)

  1. verzwijgen (achterhouden; verhelen)
    verschweigen; verheimlichen; verstecken; zurückhalten; verbergen
    • verschweigen Verb (verschweige, verschweigst, verscheigt, verschieg, verschwiegt, verschwiegen)
    • verheimlichen Verb (verheimliche, verheimlichst, verheimlicht, verheimlichte, verheimlichtet, verheimlicht)
    • verstecken Verb (verstecke, versteckst, versteckt, versteckte, verstecktet, versteckt)
    • zurückhalten Verb (halte zurück, hälst zurück, hält zurück, hielt zurück, hieltet zurück, zurückgehalten)
    • verbergen Verb (verberge, verborgen)

Konjugationen für verzwijgen:

o.t.t.
  1. verzwijg
  2. verzwijgt
  3. verzwijgt
  4. verzwijgen
  5. verzwijgen
  6. verzwijgen
o.v.t.
  1. verzweeg
  2. verzweeg
  3. verzweeg
  4. verzwegen
  5. verzwegen
  6. verzwegen
v.t.t.
  1. heb verzwegen
  2. hebt verzwegen
  3. heeft verzwegen
  4. hebben verzwegen
  5. hebben verzwegen
  6. hebben verzwegen
v.v.t.
  1. had verzwegen
  2. had verzwegen
  3. had verzwegen
  4. hadden verzwegen
  5. hadden verzwegen
  6. hadden verzwegen
o.t.t.t.
  1. zal verzwijgen
  2. zult verzwijgen
  3. zal verzwijgen
  4. zullen verzwijgen
  5. zullen verzwijgen
  6. zullen verzwijgen
o.v.t.t.
  1. zou verzwijgen
  2. zou verzwijgen
  3. zou verzwijgen
  4. zouden verzwijgen
  5. zouden verzwijgen
  6. zouden verzwijgen
diversen
  1. verzwijg!
  2. verzwijgt!
  3. verzwegen
  4. verzwijgend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für verzwijgen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verbergen achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; bemantelen; ontveinzen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegstoppen
verheimlichen achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; achteroverdrukken; gappen; geheim houden; inpikken; jatten; ontvreemden; pikken; stelen; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; vervreemden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen
verschweigen achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; wegstoppen
verstecken achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; bemantelen; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; verschuilen; versluieren; verstoppen; wegsteken; wegstoppen
zurückhalten achterhouden; verhelen; verzwijgen achterhouden; achteroverdrukken; afhouden; bedwingen; behouden; beletten; beteugelen; ervanaf houden; gappen; in bedwang houden; inpikken; jatten; onderdrukken; ontvreemden; opzijleggen; pikken; reserveren; stelen; terughouden; verbergen; verdonkeremanen; verduisteren; verheimelijken; verstoppen; vervreemden; voorbehouden; weerhouden; wegfutselen; wegkapen; wegpikken; wegstoppen

Wiktionary Übersetzungen für verzwijgen:


Cross Translation:
FromToVia
verzwijgen verheimlichen; verbergen feign — to dissemble
verzwijgen totschweigen hush up — to keep secret

Computerübersetzung von Drittern: