Übersicht
Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten
- vergasten:
- vergassen:
-
Wiktionary:
- vergasten → traktieren
Deutsch nach Niederländisch: mehr Daten
- vergasen:
Niederländisch
Detailübersetzungen für vergasten (Niederländisch) ins Deutsch
vergasten:
-
vergasten (onthalen; ontvangen; binnenhalen)
Konjugationen für vergasten:
o.t.t.
- vergast
- vergast
- vergast
- vergasten
- vergasten
- vergasten
o.v.t.
- vergastte
- vergastte
- vergastte
- vergastten
- vergastten
- vergastten
v.t.t.
- heb vergast
- hebt vergast
- heeft vergast
- hebben vergast
- hebben vergast
- hebben vergast
v.v.t.
- had vergast
- had vergast
- had vergast
- hadden vergast
- hadden vergast
- hadden vergast
o.t.t.t.
- zal vergasten
- zult vergasten
- zal vergasten
- zullen vergasten
- zullen vergasten
- zullen vergasten
o.v.t.t.
- zou vergasten
- zou vergasten
- zou vergasten
- zouden vergasten
- zouden vergasten
- zouden vergasten
diversen
- vergast!
- vergast!
- vergast
- vergastend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vergasten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
bewirten | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | feestelijk onthalen; fuiven; fêteren |
einladen | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | beladen; bevrachten; engageren; inladen; inviteren; laden; noden; opladen elektriciteit; opnieuw laden; uitnodigen |
empfangen | binnenhalen; onthalen; ontvangen; vergasten | aannemen; aanvaarden; accepteren; in ontvangst nemen; krijgen; ontvangen; opstrijken; verkrijgen; verwerven |
Wiktionary Übersetzungen für vergasten:
vergasten
verb
-
(transitiv) veraltend: jemandem viele erlesene Speisen und Getränke anbieten; reichlich bewirten
vergassen:
-
vergassen
Konjugationen für vergassen:
o.t.t.
- vergas
- vergast
- vergast
- vergassen
- vergassen
- vergassen
o.v.t.
- vergaste
- vergaste
- vergaste
- vergasten
- vergasten
- vergasten
v.t.t.
- heb vergast
- hebt vergast
- heeft vergast
- hebben vergast
- hebben vergast
- hebben vergast
v.v.t.
- had vergast
- had vergast
- had vergast
- hadden vergast
- hadden vergast
- hadden vergast
o.t.t.t.
- zal vergassen
- zult vergassen
- zal vergassen
- zullen vergassen
- zullen vergassen
- zullen vergassen
o.v.t.t.
- zou vergassen
- zou vergassen
- zou vergassen
- zouden vergassen
- zouden vergassen
- zouden vergassen
diversen
- vergas!
- vergast!
- vergast
- vergassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vergassen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vergasen | vergassen |
Verwandte Übersetzungen für vergasten
Deutsch
Detailübersetzungen für vergasten (Deutsch) ins Niederländisch
vergasten form of vergasen:
-
vergasen
Konjugationen für vergasen:
Präsens
- vergase
- vergast
- vergast
- vergasen
- vergast
- vergasen
Imperfekt
- vergaste
- vergastest
- vergaste
- vergasten
- vergastet
- vergasten
Perfekt
- habe vergast
- hast vergast
- hat vergast
- haben vergast
- habt vergast
- haben vergast
1. Konjunktiv [1]
- vergase
- vergasest
- vergase
- vergasen
- vergaset
- vergasen
2. Konjunktiv
- vergasete
- vergasetest
- vergasete
- vergaseten
- vergasetet
- vergaseten
Futur 1
- werde vergasen
- wirst vergasen
- wird vergasen
- werden vergasen
- werdet vergasen
- werden vergasen
1. Konjunktiv [2]
- würde vergasen
- würdest vergasen
- würde vergasen
- würden vergasen
- würdet vergasen
- würden vergasen
Diverses
- vergas!
- vergast!
- vergasen Sie!
- vergast
- vergasend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Übersetzung Matrix für vergasen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vergassen | vergasen |