Pukkel: niederländische und deutsche Suchergebnisse gefunden im Interglot Wörterbuch

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

pukkel:
- Pickel; Pustel; Beule; Höcker; Wulst; Schwellung; Finne
Wiktionary:
- pukkel → Eiterbeule, Furunkel, Pickel, Oas, Akneknötchen, Hautpustel, Pustel, Bläschen

Niederländisch

Detailübersetzungen für pukkel (Niederländisch) ins Deutsch

de pukkel (puist)
der Pickel; der Pustel
- Pickel [der ~] Nomen
- Pustel [der ~] Nomen
de pukkel (zwelling; bolling; bobbel; opzetting; bult; buil; opgezwollen plek)
die Beule; der Höcker; der Wulst; die Schwellung
- Beule [die ~] Nomen
- Höcker [der ~] Nomen
- Wulst [der ~] Nomen
- Schwellung [die ~] Nomen
de pukkel (puistje; steenpuist; bultje; bobbeltje)
der Pickel; die Pustel; die Finne
- Pickel [der ~] Nomen
- Pustel [die ~] Nomen
- Finne [die ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Beule	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	beurse plek; bluts; bobbel; bolling; buil; bult; deuk; dikte; instulping; knobbel; opgezwollen plek; opzetting; steenpuist; zwelling
Finne	bobbeltje; bultje; puistje; pukkel; steenpuist	Fin; vin; zwemvlies
Höcker	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	bochel; bult
Pickel	bobbeltje; bultje; puist; puistje; pukkel; steenpuist	comedo; houweel; klover; mee-eter; vetpuistje
Pustel	bobbeltje; bultje; puist; puistje; pukkel; steenpuist
Schwellung	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	bobbel; bolling; buil; bult; dikte; glooiende heuvel; opgezwollen plek; opzetting; steenpuist; verdikking; zwelling
Wulst	bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling	bobbel; uitpuiling; uitstulping

Cross Translation:

From	To	Via
• pukkel	→ Eiterbeule; Furunkel	↔ boil — accumulation of pus
• pukkel	→ Pickel; Oas	↔ pimple — inflamed spot on the surface of the skin
• pukkel	→ Pickel; Akneknötchen; Hautpustel; Pustel; Bläschen	↔ bouton — Petite tumeur se formant sur la peau