Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. gemachtigde:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gemachtigde (Niederländisch) ins Deutsch

gemachtigde:

gemachtigde [de ~] Nomen

  1. de gemachtigde (afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; lasthebber)
    der Repräsentant; der Abgeordnete; der Unterhändler; der Vermittler
  2. de gemachtigde (gevolmachtigde; gecommitteerde)
    der Bevollmächtigte; der Beauftragte
  3. de gemachtigde
  4. de gemachtigde
    die Stellvertretung
  5. de gemachtigde

Übersetzung Matrix für gemachtigde:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Abgeordnete afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; kamerlid; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
Beauftragte gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde afgevaardigde; belasterde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
Bevollmächtigte gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; representant; trustee; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
Repräsentant afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber
Stellvertretung gemachtigde plaatsvervanging
Unterhändler afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber bemiddelaar; intermediair; onderhandelaar; tussenpersoon
Vermittler afgevaardigde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; lasthebber bemiddelaar; intercedent; intermediair; onderhandelaar; tussenpersoon; uitlegster; verklaarster
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
Delegat gemachtigde
Delegate gemachtigde

Wiktionary Übersetzungen für gemachtigde:

gemachtigde
noun
  1. jemand, der mit einem Auftrag oder einer Aufgabe betraut ist, sie erledigen soll und den Auftraggeber eventuell dazu vertritt

Cross Translation:
FromToVia
gemachtigde Treuhänder fiduciary — trustee