Niederländisch
Detailübersetzungen für verjongen (Niederländisch) ins Deutsch
verjongen:
-
verjongen
Konjugationen für verjongen:
o.t.t.
- verjong
- verjongt
- verjongt
- verjongen
- verjongen
- verjongen
o.v.t.
- verjongde
- verjongde
- verjongde
- verjongden
- verjongden
- verjongden
v.t.t.
- ben verjongd
- bent verjongd
- is verjongd
- zijn verjongd
- zijn verjongd
- zijn verjongd
v.v.t.
- was verjongd
- was verjongd
- was verjongd
- waren verjongd
- waren verjongd
- waren verjongd
o.t.t.t.
- zal verjongen
- zult verjongen
- zal verjongen
- zullen verjongen
- zullen verjongen
- zullen verjongen
o.v.t.t.
- zou verjongen
- zou verjongen
- zou verjongen
- zouden verjongen
- zouden verjongen
- zouden verjongen
diversen
- verjong!
- verjongt!
- verjongd
- verjongend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verjongen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
sichverjüngen | verjongen | |
verjüngen | verjongen |