Niederländisch
Detailübersetzungen für kadastreren (Niederländisch) ins Deutsch
kadastreren:
-
kadastreren (inschrijven)
eintragen; bewerten; erkunden; einschreiben; katastrieren; insKatastereintragen-
einschreiben Verb (schreibe ein, schreibst ein, schreibt ein, schrieb ein, schriebt ein, eingeschrieben)
-
katastrieren Verb (katastriere, katastrierst, katastriert, katastrierte, katastriertet, katastriert)
-
insKatastereintragen Verb
Konjugationen für kadastreren:
o.t.t.
- kadastreer
- kadastreert
- kadastreert
- kadastreren
- kadastreren
- kadastreren
o.v.t.
- kadastreerde
- kadastreerde
- kadastreerde
- kadastreerden
- kadastreerden
- kadastreerden
v.t.t.
- heb gekadastreerd
- hebt gekadastreerd
- heeft gekadastreerd
- hebben gekadastreerd
- hebben gekadastreerd
- hebben gekadastreerd
v.v.t.
- had gekadastreerd
- had gekadastreerd
- had gekadastreerd
- hadden gekadastreerd
- hadden gekadastreerd
- hadden gekadastreerd
o.t.t.t.
- zal kadastreren
- zult kadastreren
- zal kadastreren
- zullen kadastreren
- zullen kadastreren
- zullen kadastreren
o.v.t.t.
- zou kadastreren
- zou kadastreren
- zou kadastreren
- zouden kadastreren
- zouden kadastreren
- zouden kadastreren
en verder
- is gakadastreerd
diversen
- kadastreer!
- kadastreert!
- gekadastreerd
- kadastrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für kadastreren:
Wiktionary Übersetzungen für kadastreren:
kadastreren
verb
-
een afbakening maken van de eigendomsrechten van grondbezit en deze in kaart brengen
- kadastreren → eintragen