Niederländisch
Detailübersetzungen für voorbijlaten (Niederländisch) ins Deutsch
voorbijlaten:
-
voorbijlaten
Konjugationen für voorbijlaten:
o.t.t.
- laat voorbij
- laat voorbij
- laat voorbij
- laten voorbij
- laten voorbij
- laten voorbij
o.v.t.
- liet voorbij
- liet voorbij
- liet voorbij
- lieten voorbij
- lieten voorbij
- lieten voorbij
v.t.t.
- heb voorbij gelaten
- hebt voorbij gelaten
- heeft voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
- hebben voorbij gelaten
v.v.t.
- had voorbij gelaten
- had voorbij gelaten
- had voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
- hadden voorbij gelaten
o.t.t.t.
- zal voorbijlaten
- zult voorbijlaten
- zal voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
- zullen voorbijlaten
o.v.t.t.
- zou voorbijlaten
- zou voorbijlaten
- zou voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
- zouden voorbijlaten
diversen
- laat voorbij!
- laat voorbij!
- voorbij gelaten
- voorbijlatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für voorbijlaten:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
vorbei lassen | voorbijlaten |