Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Deutsch ->übersetze versuikeren

übersetze versuikeren von Niederländische ins Deutsch

Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. versuikeren:

Niederländisch

Detailübersetzungen für versuikeren (Niederländisch) ins Deutsch

versuikeren:

versuikeren Verb (versuiker, versuikert, versuikerde, versuikerden, versuikerd)

  1. versuikeren
    verzuckern
    • verzuckern Verb (verzuckere, verzuckerst, verzuckert, verzuckerte, verzuckertet, verzuckert)

Konjugationen für versuikeren:

o.t.t.
  1. versuiker
  2. versuikert
  3. versuikert
  4. versuikeren
  5. versuikeren
  6. versuikeren
o.v.t.
  1. versuikerde
  2. versuikerde
  3. versuikerde
  4. versuikerden
  5. versuikerden
  6. versuikerden
v.t.t.
  1. heb versuikerd
  2. hebt versuikerd
  3. heeft versuikerd
  4. hebben versuikerd
  5. hebben versuikerd
  6. hebben versuikerd
v.v.t.
  1. had versuikerd
  2. had versuikerd
  3. had versuikerd
  4. hadden versuikerd
  5. hadden versuikerd
  6. hadden versuikerd
o.t.t.t.
  1. zal versuikeren
  2. zult versuikeren
  3. zal versuikeren
  4. zullen versuikeren
  5. zullen versuikeren
  6. zullen versuikeren
o.v.t.t.
  1. zou versuikeren
  2. zou versuikeren
  3. zou versuikeren
  4. zouden versuikeren
  5. zouden versuikeren
  6. zouden versuikeren
diversen
  1. versuiker!
  2. versuikert!
  5. versuikerd
  6. versuikerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für versuikeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
verzuckern versuikeren







Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0220 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden