Niederländisch
Detailübersetzungen für verder geven (Niederländisch) ins Deutsch
verder geven:
-
verder geven (doorgeven)
durchgeben-
durchgeben Verb
-
Konjugationen für verder geven:
o.t.t.
- geef verder
- geeft verder
- geeft verder
- geven verder
- geven verder
- geven verder
o.v.t.
- gaf verder
- gaf verder
- gaf verder
- gaven verder
- gaven verder
- gaven verder
v.t.t.
- heb verder gegeven
- hebt verder gegeven
- heeft verder gegeven
- hebben verder gegeven
- hebben verder gegeven
- hebben verder gegeven
v.v.t.
- had verder gegeven
- had verder gegeven
- had verder gegeven
- hadden verder gegeven
- hadden verder gegeven
- hadden verder gegeven
o.t.t.t.
- zal verder geven
- zult verder geven
- zal verder geven
- zullen verder geven
- zullen verder geven
- zullen verder geven
o.v.t.t.
- zou verder geven
- zou verder geven
- zou verder geven
- zouden verder geven
- zouden verder geven
- zouden verder geven
diversen
- geef verder!
- geeft verder!
- verder gegeven
- verder gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verder geven:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
durchgeben | doorgeven; verder geven |
Computerübersetzung von Drittern: