"stadhouder" übersetzt von Niederländische ins Deutsch--Interglot

Übersicht

Niederländisch nach Deutsch: mehr Daten

stadhouder:
- Fürst; Herrscher; Statthalter; Regent; Gouverneur; Generalgouverneur; Landvogt

Niederländisch

Detailübersetzungen für stadhouder (Niederländisch) ins Deutsch

de stadhouder (plaatsbekleder)
der Fürst; der Herrscher; der Statthalter; der Regent; der Gouverneur; der Generalgouverneur
- Fürst [der ~] Nomen
- Herrscher [der ~] Nomen
- Statthalter [der ~] Nomen
- Regent [der ~] Nomen
- Gouverneur [der ~] Nomen
- Generalgouverneur [der ~] Nomen
de stadhouder (landvoogd; gouverneur; regent; rijksbestuurder)
der Gouverneur; der Statthalter; der Landvogt
- Gouverneur [der ~] Nomen
- Statthalter [der ~] Nomen
- Landvogt [der ~] Nomen

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
Fürst	plaatsbekleder; stadhouder	baas; heer; heerser; koning; machthebber; majesteit; meerdere; meester; monarch; patroon; soeverein; superieur; vorst
Generalgouverneur	plaatsbekleder; stadhouder
Gouverneur	gouverneur; landvoogd; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder
Herrscher	plaatsbekleder; stadhouder	baas; beheerser; bevelhebber; gebieder; heer; heerser; koning; machthebber; majesteit; meerdere; meester; monarch; overheerser; overweldiger; patroon; regentes; soeverein; superieur; vorst
Landvogt	gouverneur; landvoogd; regent; rijksbestuurder; stadhouder
Regent	plaatsbekleder; stadhouder
Statthalter	gouverneur; landvoogd; plaatsbekleder; regent; rijksbestuurder; stadhouder