Übersicht
Niederländisch nach Deutsch:   mehr Daten
  1. schrijden:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für schrijden (Niederländisch) ins Deutsch

schrijden:

schrijden Verb (schrijd, schrijdt, schreed, schreden, geschreden)

  1. schrijden (waardig lopen)
    schreiten
    • schreiten Verb (schreite, schreitest, schreitet, schrittet, geschritten)

Konjugationen für schrijden:

o.t.t.
  1. schrijd
  2. schrijdt
  3. schrijdt
  4. schrijden
  5. schrijden
  6. schrijden
o.v.t.
  1. schreed
  2. schreed
  3. schreed
  4. schreden
  5. schreden
  6. schreden
v.t.t.
  1. ben geschreden
  2. bent geschreden
  3. is geschreden
  4. zijn geschreden
  5. zijn geschreden
  6. zijn geschreden
v.v.t.
  1. was geschreden
  2. was geschreden
  3. was geschreden
  4. waren geschreden
  5. waren geschreden
  6. waren geschreden
o.t.t.t.
  1. zal schrijden
  2. zult schrijden
  3. zal schrijden
  4. zullen schrijden
  5. zullen schrijden
  6. zullen schrijden
o.v.t.t.
  1. zou schrijden
  2. zou schrijden
  3. zou schrijden
  4. zouden schrijden
  5. zouden schrijden
  6. zouden schrijden
diversen
  1. schrijd!
  2. schrijdt!
  3. geschreden
  4. schrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für schrijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
schreiten schrijden; waardig lopen de hort op gaan; gaan; lopen; stappen; uitgaan; voortschrijden; zich voortbewegen

Wiktionary Übersetzungen für schrijden:


Cross Translation:
FromToVia
schrijden schreiten stride — to walk with long steps