Niederländisch
Detailübersetzungen für pufte (Niederländisch) ins Deutsch
pufte form of puffen:
Konjugationen für puffen:
o.t.t.
- puf
- puft
- puft
- puffen
- puffen
- puffen
o.v.t.
- pufte
- pufte
- pufte
- puften
- puften
- puften
v.t.t.
- heb gepuft
- hebt gepuft
- heeft gepuft
- hebben gepuft
- hebben gepuft
- hebben gepuft
v.v.t.
- had gepuft
- had gepuft
- had gepuft
- hadden gepuft
- hadden gepuft
- hadden gepuft
o.t.t.t.
- zal puffen
- zult puffen
- zal puffen
- zullen puffen
- zullen puffen
- zullen puffen
o.v.t.t.
- zou puffen
- zou puffen
- zou puffen
- zouden puffen
- zouden puffen
- zouden puffen
diversen
- puf!
- puft!
- gepuft
- puffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für puffen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
hecheln | blazen; hijgen; puffen | |
keuchen | blazen; hijgen; puffen | buiten adem zijn; een loopneus hebben; hijgen; zwaar ademhalen |
schnaufen | blazen; hijgen; puffen | een loopneus hebben; een snuif nemen; hijgen; hinniken; insnuiven; opsnuiven; paardegeluid maken; snuiven; zwaar ademhalen |
Verwandte Wörter für "puffen":
Computerübersetzung von Drittern: