Niederländisch
Detailübersetzungen für opzien tegen (Niederländisch) ins Deutsch
opzien tegen:
-
opzien tegen
Konjugationen für opzien tegen:
o.t.t.
- zie op tegen
- ziet op tegen
- ziet op tegen
- zien op tegen
- zien op tegen
- zien op tegen
o.v.t.
- zag op tegen
- zag op tegen
- zag op tegen
- zagen op tegen
- zagen op tegen
- zagen op tegen
v.t.t.
- heb opgezien tegen
- hebt opgezien tegen
- heeft opgezien tegen
- hebben opgezien tegen
- hebben opgezien tegen
- hebben opgezien tegen
v.v.t.
- had opgezien tegen
- had opgezien tegen
- had opgezien tegen
- hadden opgezien tegen
- hadden opgezien tegen
- hadden opgezien tegen
o.t.t.t.
- zal opzien tegen
- zult opzien tegen
- zal opzien tegen
- zullen opzien tegen
- zullen opzien tegen
- zullen opzien tegen
o.v.t.t.
- zou opzien tegen
- zou opzien tegen
- zou opzien tegen
- zouden opzien tegen
- zouden opzien tegen
- zouden opzien tegen
diversen
- zie op tegen!
- ziet op tegen!
- opgezien tegen
- opziend tegen
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opzien tegen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
mit Befürchtung entgegen sehen | opzien tegen | |
scheuen | opzien tegen | schromen; schuw worden |